This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Learning goals
At the end of this lesson you can explain the pros and cons of oral tradition & written tradition.
Practice reading & writing English.
Slide 1 - Slide
Warming up
For the next few pictures drag all English words to them that match the picture.
NL: Sleep voor de volgende plaatjes steeds alle Engelse woorden die erbij passen naar het plaatje.
Slide 2 - Slide
Bible
Torah
Library
Telling stories
Religions
Slide 3 - Drag question
Bedenk een voorbeeld van een verhaal of boek dat je heel mooi vond of dat indruk op je maakte. Waarom sprak het je aan?
Slide 4 - Open question
Bijbelverhalen zijn al bijna 2000 jaar bewaard gebleven, sommige verhalen nog veel langer. Waarom zijn die verhalen zo belangrijk voor gelovigen?
Slide 5 - Open question
Kennis werd in de geschiedenis op verschillende manieren doorgegeven aan de volgende generatie. Stel je hebt zelf een goed verhaal of kennis die zó belangrijk is dat je het minstens 500 jaar wilt bewaren voor de mensheid.
Hoe doe je dat? (wees zo creatief mogelijk)
Slide 6 - Mind map
Important words
To pass on = doorgeven
Oral tradition = mondelinge overlevering
Written tradition = schriftelijke overlevering
Recording = vastleggen
Knowledge = kennis
Write the words & meanings in your notebook if you don't know them.
Slide 7 - Slide
Notes
Maak aantekeningen van de belangrijkste informatie uit de volgende paar (informatie-)dia's.
Slide 8 - Slide
Oral tradition
For the largest part of human history, knowledge & wisdom was passed on through telling stories. To pass on knowledge by telling stories is called 'oral tradition'.
Slide 9 - Slide
Written tradition
At some point writing began. A way of recording language on clay, stone, wood, papyrus or other materials. To pass on knowledge by writing it down is called 'written tradition'.
Slide 10 - Slide
Hieroglyphics
The invention of writing began in different places in different times. For example hieroglyphics and cuneiform (spijkerschrift) started between 3300 and 3000 BCE in Egypt.
Slide 11 - Slide
Cuneiform
In cuneiform special tools are used to make little nail-shaped (=spijkervormige) signs on clay to form words.
Slide 12 - Slide
China
In China the oldest example of writing comes from 1200 BCE (=before Christ).
Slide 13 - Slide
Middle-America
In Middle-America the oldest examples of writing are from 900-600 BCE.
Slide 14 - Slide
What do you think writing was first used for?
Slide 15 - Open question
Use of writing
Writing was first used for religious texts and bookkeeping.
NL: Schrijven werd het eerst gebruikt voor godsdienstige teksten en boekhouden.
Slide 16 - Slide
Think of a pro (voordeel) and con (nadeel) of oral tradition.
Slide 17 - Open question
Think of a pro (voordeel) and a con (nadeel) of written tradition.
Slide 18 - Open question
Let's practice! (NL/EN)
NL: De Dode Zeerollen waren een belangrijke vondst van oude schriftelijke overlevering.
Bekijk eerst de volgende clip en maak daarna de vragen.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
How old are the Dead Sea scrolls?
A
± 500 years old
B
± 1000 years old
C
± 2000 years old
D
± 5000 years old
Slide 21 - Quiz
Waarom is de vondst van deze oude tekstrollen zo belangrijk?
A
We weten zo nog meer over de Romeinen.
B
We weten nu nog meer over het oude Nederland.
C
Zulke oude teksten vonden we nooit eerder.
D
We leren meer over het vroegste jodendom & christendom
Slide 22 - Quiz
What is in the old text scrolls?
A
Old Bible texts.
B
Old stories of the Frisians.
C
Old Qur'an texts.
D
Old stories about the Vikings.
Slide 23 - Quiz
How were the texts found?
A
By nomads, buried in the sand.
B
By villagers, in an old house.
C
By farmers, under their land.
D
By sheep herds, in a cave in the desert.
Slide 24 - Quiz
Wat hebben we aan de Dode Zeerollen? Wat kunnen we ervan leren?
Slide 25 - Open question
Nu je over de Dode Zeerollen hebt geleerd nog eens de vraag: bedenk een voordeel en een nadeel van schriftelijke overlevering.
Slide 26 - Open question
Tegenwoordig werken we heel veel via computers & internet. Je zou kunnen spreken van 'digitale overlevering'. Bedenk daar een voordeel en een nadeel van.
Slide 27 - Open question
NL: Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd. Wees zo duidelijk mogelijk.
Slide 28 - Open question
NL: Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen. Wees zo duidelijk mogelijk.
Slide 29 - Open question
Important words
To pass on = doorgeven Oral tradition = mondelinge overlevering Written tradition = schriftelijke overlevering Recording = vastleggen