2TL2

WELKOM
3 Kader
Welkom 2TL2

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

WELKOM
3 Kader
Welkom 2TL2

Slide 1 - Slide

     Let op je plek

Slide 2 - Slide

Afspraken
  • Mobiel in de bak.
  • Als de docent praat, luisteren we.
  • Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
  • We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
  • We doen mee in de les.
  • We maken ons huiswerk.

Slide 3 - Slide

Programma van de les 2TL2
13 mei
Programma:

  • Aanwezigheid
  • Terugblik/Huiswerk
  • Uitleg

Lesdoel:

Ik kan verkleinwoorden goed spellen

Slide 4 - Slide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 5 - Slide

Verkleinwoorden

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Je leert verkleinwoorden goed spellen.

Slide 7 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Mensen, dieren, dingen, planten, namen

Slide 8 - Slide

Verkleinwoord
Een zelfstandig naamwoord kan je verkleinen

Slide 9 - Slide

boom
boompje

Slide 10 - Slide

Meestal zet je -je achter het woord.
huis - huisje
stok - stokje

Soms moet je nog iets anders veranderen.

Slide 11 - Slide

stoel -stoeltje
boom - boompje
ketting - kettinkje
auto - autootje
stem - stemmetje
ring - ringetje

Slide 12 - Slide

huiswerk
Taalverzorging Spelling
Over verkleinwoorden
Opdracht 1 t/m 6

Slide 13 - Slide

LESDOEL

Je leert over tekst en publiek en je kunt aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 

Slide 14 - Slide

Tekst en publiek
Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek
Bijvoorbeeld: jongeren, voetbalfans, gamers, volwassenen. 

Een schrijver houdt bij het schrijven van de tekst rekening met het publiek.
  1. Onderwerp
  2. Taalgebruik
  3. Lay-out
  4. Bron

Slide 15 - Slide

Tekst en publiek
  • het onderwerp: een tekst over de gaafste achtbanen in Europa is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren. Een tekst over het schilderen van je huis is bedoeld voor volwassenen.

  • het taalgebruik: teksten voor jongeren hebben bijvoorbeeld veel moderne en nieuwe woorden en de lezer wordt meestal met ‘je’ aangesproken. In een tekst voor volwassenen wordt de lezer vaker met ‘u’ aangesproken.

Slide 16 - Slide

Tekst en publiek
  • de bron: een tekst in Bobo is voor kinderen bedoeld, een tekst in 7Days voor jongeren en een tekst in het tijdschrift LINDA. voor volwassen vrouwen.
  • de lay-out (opmaak): in tijdschriften en op websites voor jongeren zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Ingewikkelde teksten voor volwassenen zien er vaak saaier uit dan teksten voor jongeren.

Slide 17 - Slide

Opdracht
Je krijgt nu een aantal tijdschriften te zien. Aan jou de taak om aan te geven voor welk publiek het tijdschrift is geschreven.

Let op: 
  1. het onderwerp
  2. taalgebruik
  3. de bron
  4. de lay-out (hoe ziet de tekst eruit)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Voetbal International
Voor iedereen die geïnteresseerd is in voetbal.


Waaraan kun je dat zien?
  • het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Tina
Voor jonge meiden


Waaraan kun je dat zien?
  • Het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik
  • Bron

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Plus
Voor mannen en vrouwen boven de vijftig jaar


Waaraan kun je dat zien?
  • Het onderwerp
  • Lay-out
  • taalgebruik
  • Bron

Slide 24 - Slide

Tekst en publiek: samengevat
Voor wie de tekst is bedoeld, kun je altijd zien aan: 
- onderwerp
- bron 
- taalgebruik
- lay-out

Alle vier heb je nodig om te checken voor welk publiek een tekst is geschreven.

Slide 25 - Slide


Aan de slag!




H6: lezen
Maak opdracht 1 en 2
Hoofdstuk 6 lezen: over tekst en publiek.
We werken de eerste 10 minuten in stilte.






timer
10:00

Slide 26 - Slide

LESDOEL
Je leert over tekst en publiek en je kunt aan een tekst zien voor welk publiek hij bedoeld is. 


Slide 27 - Slide

Volgende week
Lesboek en schrift mee.
We werken vanaf volgende week vanuit het boek en op papier.

Slide 28 - Slide