In ‘Aan Rika’ zitten de volgende tegenstellingen:
• werkelijkheid en fantasie/ideaal;
• diep liefdesgevoel en grote somberheid (‘geen enkel blij glimlachje’);
• de (verheven) gevoelens die de ik-persoon voor Rika heeft en de wens om samen met haar door een trein ‘verplet’ te worden;
• de ‘kennismaking’, die heel kort is, en de invloed op het ‘eindeloos levenspad’;
• de korte kennismaking en elkaars gevoelens kennen (‘gij wist toch dat ik daar niet tegen) kan’.