Past Simple
Wanneer iets in het verleden is gebeurd; er staat bij wanneer; het is afgelopen.
1. yesterday 4. 10 minutes ago
2. last week 5. this morning
3. in 2005 6. when I was young
Past Continuous
Wanneer iets in het verleden aan de gang was of voor een langere tijd bezig was en je dit wilt benadrukken.
1. while 2. for hours