This lesson contains 34 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Poëzie - 2HA
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij poëzie?
Slide 2 - Slide
https:
Slide 3 - Link
Bespreek in tweetallen
Moet een gedicht voor jou altijd rijmen?
Hoe ziet een gedicht er volgens jou uit?
Over welke onderwerpen kun je dichten?
Zijn songteksten eigenlijk ook gedichten?
Wat betekent de afkorting rap?
Moet een gedicht aan regels voldoen?
Wat zijn clichés?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Personificatie
In gedichten wordt vaak figuurlijk taalgebruik gebruikt. Bijvoorbeeld:
De takken graaiden naar mijn haar.
of
De zon lachte me toe!
Slide 7 - Slide
Elfje
Noteer op je blaadje:
computer, schuur, keuken
Welk woord roep de meeste afkeer bij je op? Omcirkel dat woord.
Slide 8 - Slide
Elfje
Regel 1: Noteer één woord (dat met je omcirkelde woord te maken heeft).
Regel 2: Noteer twee woorden (dat met je omcirkelde woord te maken heeft).
Regel 3: Noteer drie woorden. Dit mag een zinnetje zijn.
Regel 4: Noteer vier woorden. Dit mag een zinnetje zijn.
Regel 5: Noteer één woord.
Slide 9 - Slide
Gedicht over vroeger
Luister naar de vragen en noteer je antwoorden op je blaadje.
Omcirkel drie zaken waarover je meer wilt vertellen.
Maak hierover een gedicht.
Vind je het moeilijk een begin te maken? Schrijf dan een kort verhaaltje over de omcirkelde antwoorden en kijk daarna welke woorden je kunt schrappen, zodat het meer een gedicht wordt.
Slide 10 - Slide
LET OP:
Een gedicht hoeft niet te rijmen.
Voorkom clichés, behalve als dat de opzet van je gedicht is.
Alles mag bij gedichten, niks moet. Jij bent vrij je te uiten zoals jij dat wilt.
Maak je niet druk om spellingsfouten. Dichten gaat om creativiteit, niet om regels.
Slide 11 - Slide
Er zijn veel technieken om een gedicht beter te doen klinken, maar ...
... een gedicht hoeft niet moeilijk te zijn
... een gedicht hoeft niet lang te zijn
... een gedicht hoeft niet te rijmen
Het mooie is: er hoeven geen regels te zijn, het mág wel!
Slide 12 - Slide
Kijk naar de volgende poëzievormen.
Ook dit is poëzie!
Slide 13 - Slide
Een typografisch gedicht
Slide 14 - Slide
Een beeldsonnet
Slide 15 - Slide
Een beeldgedicht
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Instapoëzie
Slide 18 - Slide
Stiftgedicht
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Slide
Stapelgedicht
Slide 22 - Slide
Raadgedicht
Slide 23 - Slide
Flarfgedicht
Slide 24 - Slide
Flarfgedicht
Slide 25 - Slide
Whatsapp-gedicht
Slide 26 - Slide
Ook dit is poëzie
Slide 27 - Slide
Poetweet
Via de website Poetweet kan je een gedicht laten maken van tweets. Je hoeft gewoon de naam van het X-account in te geven van je gekozen Twitteraar. Daarna kan je kiezen tussen drie soorten van gedichten: een sonnet, een rondeel of een achtregelig gedicht.
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
2A
Slide 30 - Slide
Vergelijking vs. Metafoor
Voorbeeld vergelijking: Ze was als een prachtige zomerdag De rit naar het zuiden was als een ware helletocht
Voorbeeld metafoor: Ze was een prachtige zomerdag De helletocht naar het zuiden van Frankrijk
Slide 31 - Slide
Vergelijking vs. Metafoor
Een vergelijking is een zin waarin iets expliciet wordt vergeleken met iets anders ('als', 'alsof', 'zoals' ...).
Een metafoor is een stijlfiguur waarbij ook gewerkt wordt met een vergelijking, maar de vergelijking wordt niet expliciet vermeld. Het woordje 'als' of 'zoals' ontbreekt namelijk.
Slide 32 - Slide
Metafoor
(Je bent zo koppig Wat een koppige
als een ezel.) ezel!
Slide 33 - Slide
Begrippen
Wat is een alliteratie?
De beginmedeklinkers van enkele woorden die dicht bij elkaar staan zijn hetzelfde.