5V_week 11_§ 6.3 & M7

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

5V online les week 11

§ 6.3

M7

Camera's aan

Bespreken § 6.3

welke vragen?

Opgaven

Stel de reactievergelijking op mbv de halfreacties van: 

I)  Vast natrium wordt in contact gebracht met chloorgas

II) Een oplossing met daarin ijzer(III)ionen wordt toegevoegd aan oxaalzuur (H₂C₂O₄) oplossing

III) IJzer(II)bromide-oplossing wordt toegevoegd aan kaliumjodide-oplossing

IV) Een stukje koper laat je vallen in broomwater

Opgaven - antwoorden

I)  2 Na + Cl₂ → 2 NaCl

II) 2 Fe³⁺ + 3 H₂C₂O₄ → 2 Fe + 6 CO₂ + 6 H⁺ of

     2 Fe³⁺ + H₂C₂O₄ → 2 Fe²⁺ + 2 CO₂ + 2 H⁺

III) geen reactie

IV) Br₂ + Cu → 2 Br^- + Cu²⁺

Een oplossing met daarin ijzer(III)ionen wordt toegevoegd aan oxaalzuur (H2C2O4) oplossing

Deeltjes: Fe³⁺, H₂C₂O_4, H₂O

sterkste reductor:  Fe³⁺ + 3 e^- --> Fe 

sterkste oxidator:   H₂C₂O₄ --> 2 CO₂ + 2 H⁺ + 2 e^- 

totaal:                         2 Fe³⁺ + 3 H₂C₂O₄ --> 2 Fe + 6 CO₂ + 6 H⁺

______________________________  +

| x  2  |

| x  3  |

Een oplossing van koper(II)sulfaat en kaliumjodide worden aan elkaar toegevoegd. Er ontstaat jood en koper(I)jodide. Wat is de reductor en oxidator?

1. R: I- O: Cu2+
2. R: I- O: Cu+
3. R: I- O: Cu2+ + I-
4. R: I2 O: Cu2+ + I-

Een oplossing van koper(II)sulfaat en kaliumjodide worden aan elkaar toegevoegd. Er ontstaat jood en koper(I)jodide.

Deeltjes: Cu²⁺, SO₄^2-, K⁺, I^-, H₂O       jood: I2, koper(I)jodide: CuI

sterkste reductor:    2 I^- → I₂ + 2 e^-

sterkste oxidator:     Cu²⁺ + I^- + e^- → CuI (s)

totaal:                            2 I^- + 2 Cu²⁺ + 2 I^- → I₂ + 2 CuI (s) 

                                          4 I^- + 2 Cu²⁺ → I₂ + 2 CuI (s)

______________________________  +

| x1 |

| x2 |

IJzer + zuurstof --> ijzer(III)oxide

Deeltjes: Fe, O₂         ijzer(III)oxide: Fe₂O₃

sterkste reductor:    Fe --> Fe³⁺ + 3 e^-

sterkste oxidator:     O₂ + 4 e^- --> 2 O^2-

totaal:                         4 Fe + 3 O₂ --> 4 Fe³⁺ + 6 O^2-

                                      4 Fe + 3 O₂ --> 2 Fe₂O₃

______________________________  +

| x4 |

| x3 |

extra opgaven M7

HW: § 7.19 vraag 1 (ook structuurformule), vr 12 tm 14

als er nog tijd is: bespreken in powerpoint

Donderdag 1 april, 90 minuten

S503: M1, M2 & M7 § 1 tm  § 4

halfreacties

Kopersulfaat bevat Cu2+ ionen (blauw)

Als je in de oplossing een stukje zink zet (Zn), dan vormt daarop een laagje vast Koper. Blijkbaar vindt de volgende reactie plaats:

Als we e- toevoegen kunnen we hem kloppend maken:

Dit noemen we een half-reactie, zie binas tabel 48

wat zijn de deeltjes die aanwezig zijn (stap 1)

Een staafje kobalt in een oplossing van koper(II)chloride

1. Co , Cu⁺, Cl‾ ,H₂O
2. Co , Cu²⁺, Cl‾ ,H₂O
3. Co , Cu²⁺, HCl
4. Co , Cu²⁺, Cl‾

Stel nu zelf de redoxreactie op van:
Al (s) + ZnCl₂-oplossing
(gebruik Binas en stappenplan)

Uitwerking redoxreactie opstellen

• Een staafje aluminium in een zinkchloride-oplossing
• Stap 1: Al (s), Zn²⁺ (aq), Cl- (aq) en H₂O (l)
• Stap 2: Sterkste OX: Zn²⁺ en sterkste RED: Al
• Stap 3: ∆V0 = V0(OX) - V0 (RED) = -0,76 --1,66 = 0,90 is aflopend
• Stap 4: Halfreactie OX:            Zn²⁺ + 2e-            → Zn(s)                 (x3)
• Stap 4: Halfreactie RED:         Al(s)                       → Al³⁺ + 3e-         (x2)        +
• Stap 4: Totaalreactie:               2 Al(s) + 3 Zn²⁺  →3 Zn(s) + 2Al³⁺
• Stap 5:  Controle: Lading- en massabalans klopt