This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Clase de español - V4
viernes, 3 de diciembre de 2021
Slide 1 - Slide
La clase anterior
Slide 2 - Slide
Los deberes
Slide 3 - Slide
El objetivo de esta clase
Al final de la clase has repasado el imperfecto
Al final de esta clase sabes conjugar los verbos regulares en el indefinido
(= el nuevo tiempo del pasado)
Al final de esta clase has leído capítulo 2 del libro Lola Lago
Slide 4 - Slide
Repasar el imperfecto
Escribe los verbos 1 - 8 en el imperfecto
Lee bien la frase para saber qué forma tiene que ser.
Slide 5 - Slide
Noem 3 situaties waarin je de imperfecto moet gebruiken
Slide 6 - Open question
El uso del imperfecto
Beschrijving
achtergrondinfo, sfeer, weer, kleding, omgeving, karakter, stemming, uiterlijk etc)
Reden
No fui a clase, porque estaba enfermo.
Herhaling/gewoonte
(Todos los años, los fines de semana, cada .....)
Slide 7 - Slide
Nombra 3 marcadores del imperfecto
Slide 8 - Open question
Los marcadores del imperfecto
antes
siempre
todos los días (etc)
generalmente, normalmente
cada semana, cada mes
de vez en cuando (soms)
a veces (soms)
de ninõ, de niña
Cuando era pequeño (-a)
Slide 9 - Slide
Practicar
Ejercicios 1 a 4 (p. 4 y 5)
No escribir en el reader, sino en tu cuaderno o portátil
Slide 10 - Slide
El indefinido
Slide 11 - Slide
El indefinido
Busca en dúos en el ordenador información sobre el
(pretérito) indefinido regular y escribe en lesson up
la forma
el uso
los marcadores (signaalwoorden)
Slide 12 - Slide
El indefinido forma regular / uso / signaalwoorden
Slide 13 - Open question
El indefinido
Slide 14 - Slide
Los marcadores del indefinido
En abril (in april)
En 1965, en 2000, 2008 etc. (bij jaartallen)
El 20 de octubre de 2020 (bij een exacte datum in het verleden)
La semana pasada, el mes pasado
Hace tres meses (drie maanden geleden)
Anteayer (eergisteren)
Anoche (gisteravond)
ayer (gisteren)
Wat valt je op bij deze signaalwoorden?
Slide 15 - Slide
El uso del indefinido
Voor dingen die mensen in het verleden hebben gedaan (handelingen of acties) of voor dingen die in het verleden zijn gebeurd (gebeurtenissen). Dat verleden is afgerond, voorbij, afgesloten. Kijk maar naar de signaalwoorden. Zij markeren een periode in het verleden die voorbij is.
Slide 16 - Slide
Estudiar la forma del indefinido
5 minutos para memorizar
timer
5:00
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Welke strategie gebruik jij om de vervoeging van werkwoorden te leren?
Slide 19 - Open question
La evaluación
Levanta la mano si estás de acuerdo
Ik kan de regelmatige werkwoorden van de indefinido vervoegen.
Mijn strategie om rijtjes te leren werkt goed.
Ik had het huiswerk voor vandaag goed gedaan.
Ik kan vertellen wat er in hoofdstuk 2 van Lola Lago gebeurt.
Slide 20 - Slide
Waar gaat het boek over, denk je?
Slide 21 - Open question
Los deberes para mañana
estudiar vocabulario reader p. 14-19 esp-hol y hol-esp
Slide 22 - Slide
Los deberes para el jueves
estudiar vocabulario reader p. 14 - 18 esp-hol y hol-esp