De Sovjet-Unie ergerde zich al lange tijd aan de Amerikaanse kernraketten. Deze werden namelijk strategisch opgeslagen op militaire bases in landen in Europa.
Toen op het eiland Cuba de communisten aan de macht kwam, zag Chroetsjov een kans. Chroesjtsjov kon nu ook wapens stallen, op maar 150 kilometer afstand van Amerika.
Toen Amerikaanse spionagevliegtuigen in 1962 de bouw van Russische raketinstallaties fotografeerden, brak er grote onrust uit in de Verenigde Staten.
President John F. Kennedy eiste dat de Sovjet-Unie de raketbases zou afbreken. Chroesjtsjov weigerde dit. De Cubacrisis was vanaf dat moment een feit.