2. Mijn keuzes

Terugblik
Democratie, hoezo?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Terugblik
Democratie, hoezo?

Slide 1 - Slide

Lesdoelen aan het einde van deze les:
  • kun je uitleggen wat actief kiesrecht en passief kiesrecht zijn;
  • kun je de politieke stromingen in Nederland beschrijven;
  • weet je het verschil tussen links en rechts (politiek gezien dan..)


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Stemmen heeft geen zin, de politiek luistert toch niet naar jongeren.
Eens
Oneens

Slide 4 - Poll

Ik heb vertrouwen in de Tweede Kamer.
Eens
Oneens

Slide 5 - Poll

Ik weet welke partij het beste bij mij past.
Eens
Oneens

Slide 6 - Poll

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide


Actief kiesrecht is het recht om te stemmen bij verkiezingen.

Passief kiesrecht is het recht om jezelf verkiesbaar te stellen bij verkiezingen.

Stemrecht = kiesrecht

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke politieke partijen kennen jullie?

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Video

Slide 13 - Slide

Progressief v/s Conservatief


Je kunt politieke partijen ook verdelen in progressief en conservatief. Progressieve partijen vinden verandering goed. Een conservatieve partij roept eerder ‘rustig aan’. Die heeft liever dat dingen niet snel veranderen. Of in elk geval niet te ingrijpend.

Slide 14 - Slide

Politieke stromingen
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Opdracht 1: Onderzoek in viertallen twee politieke partijen
1. Kies twee officiële politieke partijen uit de Tweede Kamer die van elkaar verschillen.   
   Bijvoorbeeld 1 progressieve partij en 1 conservatieve partij.
2. Bekijk beide politieke programma's
3. Welke verschillen zien jullie en welke overeenkomsten zijn er?
4. Heb je een voorkeur voor één van deze twee? Gebruik de juiste argumentatie.




Slide 17 - Slide

Opdracht 2: politieke stromingen
1. Kies een politieke stroming die je interessant vindt. Let op: het moet een politieke stroming zijn, liefst een die ook in Nederland te vinden is.
2. Doe een kort onderzoek naar de stroming door betrouwbare informatie erover te vinden. Met welke woorden wordt de stroming beschreven?
Denk aan links, rechts, midden, rood, groen, blauw, conservatief, progressief, christelijk enzovoort.
3. Noem een Nederlandse politieke partij die bij deze stroming hoort.
4. Wat vind jij positief aan deze stroming? Met andere woorden: met welke ideeën van deze stroming ben je het eens?
5. Zitten er ook minpunten aan deze stroming? Zo ja, welke punten zijn dat?












Slide 18 - Slide

Opdracht 3: jouw politieke partij
1. Bedenk een politieke partij (naam en slogan). Bedenk een naam voor je partij die past bij je ideeën of plannen.
2. Bedenk zelf twee of drie plannen die jij zou willen uitvoeren voor Nederland.
3. Omschrijf de kiezer die bij jouw partij past.
4. Waarom denk je dat jouw partij juist deze kiezer aanspreekt?














Slide 19 - Slide

Evaluatie/reflectie
Nu:



kun je uitleggen wat actief kiesrecht en passief kiesrecht zijn;
kun je de politieke stromingen in Nederland beschrijven;
weet je het verschil tussen links en rechts (politiek gezien dan..)

Slide 20 - Slide