groepsprocessen GGZ gevorderd

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 4

Wat kun je inzetten om een groepsproces te beïnvloeden?

Veiligheid creeëren

- Afkappen respectloze discussies

- Stimuleren uitspreken gevoelens, verwachtingen

- Achterwege laten van afkeuring en oordelen

- Geven van emotionele steun binnen het groepsproces

- In bescherming nemen van een groepslid

- Laten blijken van waardering, het geven van complimenten en het besteden van aandacht aan iemands inbreng

Motiveren 

Interactievaardigheden

Vaardigheden die mensen gebruiken in de onderlinge omgang met elkaar.

Denk aan bijvoorbeeld luisteren, begrenzen, waarderen, uitleggen, helpen, adviseren of ingrijpen.

De vaardigheden zijn steeds gericht op het omgaan met een situatie waarin iemand zich bevindt.

Samenwerking

Als er een situatie ontstaat waarin geen samenwerking kan worden verwacht;

- Hoe kun je dan met de zorgvrager werken/een doel bereiken.

- Welke vaardigheden heb je dan tot je beschikking om de doelen te bereiken in het omgaan met de zorgvrager.

Overdracht en tegenoverdracht

Wat versta je onder overdracht en tegenoverdracht?

Ik wil wel maar kan niet

Opdracht:

In je groepje ( +/- 4) ga je het volgende doen;

- Neem een casus waarbij je te maken had met een moeilijke zorgvrager.

- Wat gebeurde er?

- Wat waren jouw acties? Had dit het gewenste effect?

- Wat was het effect op de groep?

- Onderzoek samen of dit een kwestie was van niet willen of niet kunnen.  

- Welke waardigheden bezit je die je de volgende keer zou kunnen inzetten?