Par. 8.1. De Europese Unie

Welkom! 


Leerboek, werkboek en een pen op tafel
Chromebook (dicht!) op tafel
Tas op de grond, telefoon en oortjes in je tas.

1 / 40
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom! 


Leerboek, werkboek en een pen op tafel
Chromebook (dicht!) op tafel
Tas op de grond, telefoon en oortjes in je tas.

Slide 1 - Slide

Planning blokuur
  1. Lezen 8.1 + nakijken maakwerk 7.4 en 7.5
  2. Herhalen H7 d.m.v. enkele quizvragen
  3. Bespreken 8.1 + verwerking 

Slide 2 - Slide

Huiswerkcontrole
Jullie lezen zelfstandig, dus in stilte, paragraaf 8.1. 

Docent controleert huiswerk/ of je al je spullen mee hebt:
7.4: 2CDE, 3, 4B, 5BC en 6
7.5: 3BCD, 4, 5, 6AC

Slide 3 - Slide

Hier zie je...
A
Harde grens
B
Zachte grens

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een sociaaleconomisch kenmerk?
A
Geloof
B
Taal
C
Tradities
D
Opleidingsniveau

Slide 5 - Quiz

Een ander woord voor multiculturele samenleving is:
A
Etnische diversiteit
B
Pluriforme samenleving
C
Sociale betrokkenheid
D
Sociale samenhang

Slide 6 - Quiz

1. De territoriale wateren is een deel van de zeebodem tot 12km vanaf de kustlijn.

2. Aruba, Curacao en en St. Maarten zijn soevereine landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
A
Beiden juist
B
Beiden onjuist
C
1 juist, 2 onjuist
D
1 onjuist, 2 juist

Slide 7 - Quiz

Noem een voorbeeld van de Nederlandse identiteit.
Geef vervolgens een voorbeeld hoe de Nederlandse overheid de NL identiteit kan versterken

Slide 8 - Open question


A
Regionalisme
B
Lokalisme

Slide 9 - Quiz

Wat is een Euregio?
A
Gebied dat wordt ontsloten door vreemd grondgebied
B
Deel van de zee over een breedte van 12 mijl
C
grensoverschrijdend samenwerkingsverband
D
Bijzondere grens

Slide 10 - Quiz

Noem een voor- en een nadeel van open grenzen (voor Nederland)

Slide 11 - Open question

Welk begrip hoort bij de ontwikkeling die zichtbaar is in de afbeelding?

Slide 12 - Open question

In steden kennen wijkbewoners elkaar vaak alleen nog maar van gezicht. Mensen voelen zich steeds minder met elkaar en hun woonplaats verbonden. In de stad is de [1] dan ook vaak kleiner dan op het platteland. Mensen zorgen niet meer goed voor elkaar en doen ook minder vaak mee met activiteiten in de wijk. Je zegt ook wel dat de betrokkenheid en de [2] van mensen afneemt. Een gevaar hiervan is dat mensen met verschillende identiteiten elkaar niet meer leren kennen en daardoor niet goed met elkaar kunnen samenleven: [3] lukt dan niet zo goed.
A
1 = segregatie; 2 = integratie; 3 = participatie
B
1 = participatie; 2 = sociale samenhang; 3 = integratie
C
1 = sociale samenhang; 2 = participatie; 3 = integratie
D
1 = sociale samenhang; 2 = ontkerkelijking; 3 = sociale samenhang

Slide 13 - Quiz

Om de sociale samenhang te verbeteren, moet de leefbaarheid verbeterd worden. Op welke drie manieren kan dat?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

1951 : Oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. (EGKS). Dit is het beginpunt van de Europese Unie zoals we die nu kennen.

Doel EGKS: met de samenwerkende landen de productie van kolen en staal (grondstoffen voor wapens) controleren om oorlog te voorkomen.

Slide 17 - Slide

Oprichting in 1957 van de Europese Economische Gemeenschap. De landen van de EEG wilden met elkaar samenwerken op het gebied van handel en industrie - vrij verkeer van goederen.

Dit vergrootte de markt en versterkte de concurrentie-positie met de V.S. en Japan.
 

Slide 18 - Slide


In 1992 werd besloten tot de oprichting van de Europese Unie (EU). Landen spraken dit af door het Verdrag van Maastricht te tekenen in 1992. 

Naast de uitbreiding van de samenwerking op het gebied van handel, gaan ze onder andere ook op het gebied van millieu samenwerken. Hiervoor moet je dus ook politiek samenwerken!

Slide 19 - Slide

De Europese Unie.

Binnen de unie is er één markt. Burgers  van de lidstaten (27 landen) kunnen binnen de EU  vrij reizen (Verdrag van Schengen). 

Ook kunnen burgers vrij wonen, studeren en werken in de lidstaten. Bedrijven uit lidstaten kunnen zich overal vestigen en hoeven geen invoerbelasting te betalen.  
Een aantal landen wilde zelfs zo ver gaan om een gezamelijke munt in te voeren: de Euro.
Schengen
Verdrag van Schengen is een afspraak tussen een aantal Europese landen om het vrije verkeer van personen mogelijk te maken. Als je van Nederland naar België wil, hoef je aan de grens niet meer langs een paspoortcontrole. Dit geldt ook op het vliegveld. 
Invoerbelasting
Als Duitsland iets wilde verkopen aan Nederland, moest Duitsland daarover belasting aan Nederland betalen: invoerbelasting of importheffing. Nu landen binnen de EU met elkaar samenwerken, zijn deze belastingen afgeschaft. Hierdoor wordt handelen gemakkelijker en goedkoper!

Slide 20 - Slide

EEZ - exclusieve economische zone
Gebied tussen de 12 en 200 zeemijl (22 - 370km) uit de kust waar landen natuurlijke hulpbronnen mogen winnen. Is geen onderdeel van het territorium van een land. Landen binnen de EU hebben afgesproken dat ze bij elkaar in deze EEZ bijvoorbeeld mogen vissen.

Slide 21 - Slide

In welk jaar werd de Europese Unie (EU) opgericht?
A
1956
B
1993
C
1995
D
2002

Slide 22 - Quiz

Welke Europese gemeenschap werd als eerst opgericht ?
A
EGKS
B
EEG
C
GLB
D
de EU

Slide 23 - Quiz

Waarom is de EGKS opgericht?

Slide 24 - Open question

Wat was er in 1957.
A
EGKS
B
Verdrag van schengen
C
EEG
D
EU

Slide 25 - Quiz

Noem een verschil tussen de EEZ en de territoriale wateren.

Slide 26 - Open question

Hoe werkt de Europese Unie?
Alle regeringsleiders van de Europese landen. Regeringsleiders (voor NL Mark Rutte) en staatshoofden van alle lidstaten samen bepalen de beleidslijnen. De Europese Raad beslist dus welke politieke richting de EU op gaat.

Bestaat uit ministers van alle lidstaten. De samenstelling van de Raad is afhankelijk van het onderwerp dat besproken wordt. Is het thema onderwijs , komen de ministers van onderwijs uit alle EU-landen bijelkaar. Zo behartigen de ministers het belang van het eigen land.
Bepalen het beleid van de Europese Commissie.

Dagelijks bestuur, soort regering. Europese Commisie maakt voorstellen voor wetten. De Europese commissie controleert ook of alle EU - landen die wetten invoeren. Bestaat uit 28 commissarissen (vergelijkbaar met onze ministers). Uit elke lidstaat komt een Eurocommissaris. Voor Nederland is dit Frans Timmermans.
Elke Eurocommissaris is verantwoordelijk voor een beleidsterrein (een thema): defensie, klimaat, begroting etc.
Het Europees Parlement bestaat uit 751 leden. Ze worden iedere vijf jaar door de burgers van de lidstaten gekozen. Hoe meer inwoners een lidstaat heeft, hoe meer zetels (stoelen) dat land heeft in het Europees Parlement. Het Parlement beslist over de wetsvoorstellen van de Europese Commissie. Zie het als een soort Tweede Kamer.

Slide 27 - Slide

Europese Commissie
Raad van de EU
Europees Parlement
Bestaat uit ministers van een bepaald onderwerp, beslist over voorstellen van de Commissie
Regering van Europa
Controleert of de Europese Commissie haar werk goed doet

Slide 28 - Drag question

Welk Europees orgaan kun je vergelijken met de Tweede Kamer?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
Europese Raad van Ministers
D
Europese Raad

Slide 29 - Quiz

Welk Europese organen controleren de Europese Commissie?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
Europese Raad van Ministers
D
Europese Raad

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Video

Alle Europese landen waarnaar je zonder paspoortcontrole kunt reizen
A
Mainport
B
Europese unie
C
Schengenlanden
D
Infrastructuur

Slide 32 - Quiz

Eurozone
De landen waarin de euro de het wettige betaalmiddel is. Hierdoor kun je makkelijker prijzen vergelijken en hoef je geen geld te wisselen. 
Niet alle landen in de EU hebben de Euro.
Sinds 2015 bestaat de Eurozone uit 15 landen.

Slide 33 - Slide

Wat is de Eurozone?
A
Alle EU-lidstaten die de euro niet gebruiken
B
Alle EU-lidstaten die die euro wel gebruiken
C
Alle landen die rond de EU liggen

Slide 34 - Quiz

Voordelen EU voor NL
  1. Vrede en stabiliteit in Europa.
  2. Als Unie sta je sterker tegen andere landen dan als land alleen, kun je klimaatproblemen (grensoverschrijdend probleem) beter aanpakken.
  3. Bedrijven kunnen gemakkelijker handel voeren (NL is handelsland).
  4. Je kunt gemakkelijker reizen en studeren in andere landen.
  5. EU heeft gezorgd voor meer welvaart.
  6. Praktische voordelen: door met de Euro te betalen hoeven we geen geld meer te wisselen.

Slide 35 - Slide

Nadelen EU voor NL
  1. Nederland is deel van zijn soevereiniteit kwijt.
  2. Nederland is een nettobetaler aan de EU. 
  3. Doordat we met de Euro betalen kunnen we niet meer zelf beslissen wat we met de waarde van de munt doen. 
Soevereiniteit
Een land is soeverein wanneer het bestuur (in Nederland de regering) van het land of een koninkrijk de wetten en regels bepalen binnen de grenzen van dat land of koninkrijk. Voorbeeld: Duitse wetten gelden niet in Nederland, wij hebben onze eigen wetten en de regering mag deze wetten 'zelf' bepalen. 
Nederland moet zich houden aan Europese afspraken en is dus niet altijd de baas over de eigen wetten en regels: die moeten voldaan aan de regels en wetten van de EU.
Nettobetaler
Nederland moest in 2018 7,9 miljard Euro betalen aan de Europese Unie. Nederland kreeg 1,1 miljard Euro terug. Nederland betaald dus meer aan de EU dan dat het terugkrijgt (nettobetaler). Echter, Nederland verdient wel veel met de handel die door de EU makkelijker gaat. We verdienen dus veel geld terug!

Slide 36 - Slide

Welk kenmerk van de EU hoort bij welk voordeel? Maak de juiste combinaties.
I. Europese samenwerking
II. Arbeids- en afzetmarkt van ongeveer 500 miljoen mensen.
III. Geen beperkende tarieven en bepalingen.
A. vrij verkeer van personen, goederen en diensten.
B. Vrede en stabiliteit.
C. Meer welvaart.

Slide 37 - Drag question

De PVV wil dat Nederland uit de EU gaat. De PVV vindt dat Nederland niet meer soeverein is. Wat bedoelt de PVV hier mee?

Slide 38 - Open question

Een voordeel is dat het klimaatprobleem beter aangepakt kan worden. Leg dit uit.

Slide 39 - Open question

Aan de slag!
Gemaakt wordt:
  • De examentraining van H7 (blz. 175 in je WB)
  • Van 8.1: 3, 4acd, 5acd, 6a

Let op! Antwoord altijd in hele zinnen.

Slide 40 - Slide