Metriek stelsel

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

Groepje 1: Beginner               Groep 9: Lichtgevorderd

1. Raeed Zagla                           4. Kira Dalsem

2. Kay Greeuw                           5. Maaike Hellendoorn

3. Djo Vinke

4. Niek Boerman

Groep 4: Beginner                Groep 10: Gevorderd

1. Sjenna Wijnhoud                  5. Jort Oostendorp

2. Bruce Brinkman

3. Stijn Brouwer                       

4. Tessa Drost

5. Artjan van Raalte                      iedereen in BUS 1

6. Tim Eikenaar

7. Jill van Dijk

8. Ruben Elverding

9. Tessa Kattenberg

10. Joëlle van de Kerke

Metriek stelsel

Inhoud:

• Stukje uitleg
• Opdracht maken

Is het een 'eenheid' of 'grootheid'?

TIJD

1. Grootheid
2. Eenheid

Is het een 'eenheid' of 'grootheid'?

CENTIMETER

1. Grootheid
2. Eenheid

van km naar m

Ezelsbruggetje.

Kan = Kilometer (km)

Het = Hectometer (hm)

Dametje = Decameter (dam)

Met = Meter (m)

De = Decimeter (dm)

Centimeter = Centimeter (cm)

Meten = Millimeter (mm)

Welke eenheid van lengte past het beste bij de afbeelding.

km

hm

dam

m

dm

cm

mm

1 km = 1000 m 

kilometer

kan ook  kilogram

KILO 

• 1 km = ............................ m 
• 1 kg = ............................... g

Systeem van Voorvoegsels.

Deze voorvoegsels kun je voor alle eenheden gebruiken.

Systeem van voorvoegsels

Om dat mogelijk te maken is een systeem van voorvoegsels bedacht.

Deze voorvoegsels kan je voor alle eenheden gebruiken

welke gebruiken we veel?

1 kg = ................ g

1 g = ................ mg

Wat meten we in gram?

Grootheid	Eenheid	Meetinstrument
Massa	Gram

Wat is zwaarder

1. 1 kg lood
2. 1 kg veren

Wat meten we in liter?

Grootheid	Eenheid	Meetinstrument
Volume	Liter

1 liter

10 liter

1 centiliter

7,2 liter

2 deciliter

KILO 

• 1 km = ............................ m 
• 1 kg = ............................... g
• 1 kL = ............................. L

welke gebruiken we veel?

Stap 1: leer het trappetje uit je hoofd

Stap 2: schrijf het trappetje op de toets volledig

Stap 3: rekenen maar! 

78 cm = ______________ mm

315 cm = ______________ m

5,4 kg = ______________ g

400 mL = = ______________ L

 

Aan de slag

Wat:   opdrachten van voorkant blad maken

Hoe:   alleen in stilte

Klaar?    Rekenen

1 L = 1 dm3

1 dm3 = 1 L

2,5 dm3 = ................. L

2,5 dm3 = ................... mL

Tijd omrekenen

1 uur = ............. min

1 min = ............... sec

30 min = ............ h (uur)

1. 0,3
2. 0,5
3. 3
4. 0,75

40 min = ............ h (uur)

1. 0,4
2. 0,5
3. 0,667
4. 0,75

Uur                   min                 sec

Aan de slag

Wat: opdrachten van achterkant blad maken

Hoe: alleen in stilte

Klaar?

Oefenen voor de rekentoets!