Zinsvolgorde (woorden straat)

Deel 2: 
zinnen met vervoer
" Ik fiets naar school. " 


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deel 2: 
zinnen met vervoer
" Ik fiets naar school. " 


Slide 1 - Slide

Hoe maak je zinnen? 

Slide 2 - Slide

Ik
vandaag
loop
naar school

Slide 3 - Drag question

altijd
zwemt
De zwaan
in de sloot

Slide 4 - Drag question

met de auto
zij
komt
vandaag

Slide 5 - Drag question

met de trein
Wij
naar school
komen 

Slide 6 - Drag question

De juf
met de auto
naar Rotterdam
is

Slide 7 - Drag question

is
kapot
van de baas
De fiets

Slide 8 - Drag question

naar Zwolle
De leerlingen 
voor de trein
betalen 

Slide 9 - Drag question

De bloembak
in de tuin
staat

Slide 10 - Drag question

morgen
Ik
gooi
het afval
in de afvalbak

Slide 11 - Drag question

met een bal
de kinderen
elke middag
spelen
op het grasveldje

Slide 12 - Drag question

op het terras
mooi
De stoelen
staan

Slide 13 - Drag question

Maak zelf een zin:
straat

Slide 14 - Open question

Maak zelf een zin:
rotonde

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide