3.3 afronden

• Biologie / Verzorging
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

welkom

ga rustig zitten en pak je spullen er bij

leerdoelen

je kan benoemen waar planten hun voedingstoffen bewaren.

je kan benoemen welke delen we van een plant allemaal eten

wat gaan we doen?

opening ( min 5)

stukje herhalen zelfstandig (5 min ZS en 5 min ZF)

stukje uitleg 3.3 (10 min)

aan de slag (10 min

alle toetsstof bespreken. (5 min)

eigen tijd (5 min)

herhalen

check of je de opdrachten 3 t/m 12 op blz 117 af hebt.

(blz 80 en 81 van het tekstboek)

heb je dit af maak dan test jezelf opdrachten 9,10,11 en 12

blz139 van het werkboek

Fotosynthese

Fotosynthese

fotosynthese

koolstofdioxide+ water+ zonlicht= glucose + zuurstof

het kan dus alleen plaats vinden als er voldoende zonlicht is.

hoe gaat verbranding

het is het omgekeerde van wat we gisteren hebben besproken

glucose word met zuurstof verbrand waardoor water, koolstofdioxide (CO2) en energie ontstaat.

Hoe komt de energie uit glucose

Om energie uit glucose te halen, is er verbranding nodig.

1. 
   

het verschil van dag en nacht

welke gassen in en uit de plant gaan hangt af van of het dag of nacht is.

de huidmondjes zijn zorgen dat gassen

in en uit de plant kunnen gaan.

Huidmondjes

overdag

overdag gebeurt fotosynthese, er wordt glucose gemaakt. Ook verbrand de plant want de plant leeft en voert processen uit.

er wordt dus zuurstof gemaakt, maar ook verbruikt. gelukkig wordt er meer zuurstof gemaakt dan verbruikt. dit kan het blad uit door de huidmondjes.

wanneer het donker is

geen zon dus geen fotosynthese. er wordt zuurstof

gebruikt die via de huidmondjes naar binnen komt. koolstof dioxide dat vrij komt bij verbanding verlaat de plant.

zetmeel> slaat de plant op in wortels en zaden

suiker> slaat de plant op in de wortel

vetten> slaat de plant vooral op in de zaden bijv. pinda's

cellulose> heeft planten nodig voor opbouw van celwanden

eiwitten> zijn voor de groei van de plant

vitaminen> zorgen dat de levensprocessen in de plant goed verlopen

waar slaan planten dit op?

.

bollen                                                                     knollen

knollen

knollen zijn verdikte wortelen of stengels

voorbeelden hier van zijn (zoete) aardappelen
en bieten

bollen

bollen zijn opgebouwd uit lagen (rokken)

voorbeelden van bollen zijn uien, maar

ook tulpen en krokussen. bollen zijn 

Korte dikke stengels met bladeren.

de kleur van een plant

de kleur van een plant wordt bepaald door welke korrel er in de cellen zit.

bladgroenkorrel

kleurkorrels

zetmeelkorrel

aan de slag

maak 13 t/m 18 op blz 120 van het werkboek

blz82,83 en 84 van je tekstboek

(ZF)

3.1 blz70 t/m75

je kan benoemen wat voor factoren invloed hebben op een organisme.

je kan benoemen hoe planten zijn aangepast aan een ecosysteem.

je kan benoemen hoe dieren zijn aangepast aan kou en hitte.

je kan benoemen hoe dieren zijn aangepast aan hun voedsel.

3.2 blz76 t/m 79

je kan benoemen welke functies hebben de organen van een plant.

je kan benoemen welke stoffen een plant op neemt.

je kan benoemen oe planten stoffen afvoeren.

3.3 blz80 t/m84

je kan benoemen hoe een plant glucose maakt

je kan benoemen hoe energie uit glucose komt

je kan benoemen welke gassen het blad in en uit gaan.

je kan benoemen waar planten hun voedingstoffen bewaren.

je kan benoemen wat je van een plant kan eten.

Naar cijferinvoer