10/12 V1F

V1F - 10 december
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

V1F - 10 december

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Zinnen schrijven: waar let je op?
Zelf een verhaal schrijven
Verhaal van klasgenoot nakijken
Verhaal verbeteren
Verhaal presenteren

Lesdoel:
Je schrijft tien Nederlandse zinnen over je woonsituatie van vroeger en nu, waarin je de juiste werkwoordtijd gebruikt. 

Slide 2 - Slide

Hoe kunnen deze zinnen beter?

ik wonen vroeger met mijn vader moeder en twee broers nu wonen ik alleen
ik wonen vroeger in een dorp en nu wonen ik in de stad
ik heb vroeger een tuin achter mijn huis en nu hebben ik geen tuin
ik heb vroeger katten als huisdieren en nu hebben ik geen huisdieren



Slide 3 - Slide

ik wonen vroeger met mijn vader moeder en twee broers nu wonen ik alleen
ik wonen vroeger in een dorp en nu wonen ik in de stad
ik heb vroeger een tuin achter mijn huis en nu hebben ik geen tuin
ik heb vroeger katten als huisdieren en nu hebben ik geen huisdieren

Slide 4 - Open question

Checklist: waar let je op?

Slide 5 - Slide

Aan het werk!
Wat: Je schrijft een verhaal over hoe jij vroeger woonde en hoe jij nu woont.
Hoe: Denk na: hoe zag jouw huis er vroeger uit, wat was er in de buurt? Hoe is dat nu? Je schrijft het verhaal alleen. Je schrijft in totaal 10 zinnen. Denk aan de checklist!
Hulp: Vraag het aan een klasgenoot of een docent, gebruik het woordenboek Tijd: 25 minuten
Uitkomst: Je hebt tien Nederlandse zinnen geschreven, waarin je de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en voegwoorden hebt gebruikt.
Klaar? Ga verder werken in Disk
timer
25:00

Slide 6 - Slide

     Lees het verhaal van de ander
Wat: Lees elkaars verhaal. Geef elkaar een tip en een top. Daarna ruilen jullie. Verbeter daarna je eigen verhaal.
Hoe: Je doet dit samen. Luister goed naar de ander. Denk na: wat doet de ander heel goed? Wat kan het verhaal nog beter maken? Denk ook weer aan woordvolgorde, werkwoorden, etc.
Hulp: Probeer het samen. Lukt het niet? Steek dan je vinger op. 
Tijd: 10 minuten
Klaar? Zijn jullie sneller klaar? Lees dan elkaars verhaal nog een keer, is het zo beter?

timer
10:00

Slide 7 - Slide

Verhaal presenteren

Slide 8 - Slide

Wat is belangrijk bij het schrijven?

Waar houd je rekening mee?
Schrijf voor jezelf op, 1 minuut
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Wat is belangrijk bij het schrijven?

Kijk nu in een tweetal naar jullie lijsten. Wat heb jij geschreven? Wat heeft de ander? Maak samen één lijst.

Slide 10 - Slide

Lever hier jullie lijst in.

Slide 11 - Open question

Einde van de les
Je schrijft tien Nederlandse zinnen over je woonsituatie van vroeger en nu, waarin je de juiste werkwoordtijd gebruikt. 

Slide 12 - Slide