In deze eerste stap ga je de beginsituatie beschrijven. Je kiest een kind op jouw stage met een specifieke begeleidingsbehoefte en schrijft hierover de beginsituatie.
• Om welk kind gaat het?
• Wat is zijn anamnese (anamnese=voorgeschiedenis)
• Wat zijn de mogelijkheden en wat zijn de beperkingen van het kind?
• Wat zijn de kansen van het kind?
• Wat is er gebeurd waardoor zorgen over het kind ontstaan zijn? (In de volgende stap ga je de hulpvraag of probleemstelling beschrijven, dat doe je dus nog niet hier!)
Belangrijk: Contact met ouders, het kind zelf (observeren/ praten) en collega’s (bronnenonderzoek)