oefenles 4.2 en 4.3

oefenles 4.2 en  4.3 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

oefenles 4.2 en  4.3 

Slide 1 - Slide

wat zijn voorbeelden van brandstoffen?
A
aardgas, olie en windenergie
B
benzine, diesel, hout en aardolie
C
aardolie, windmolens en steenkool

Slide 2 - Quiz

elektriciteit kan duurzaam opgewekt worden , dat betekent:
A
dat het niks kost
B
dat het best wel duur is
C
dat we dat opwekken met bijv. wind en stromend water
D
dat er geen milieuvervuiling is

Slide 3 - Quiz

wat is de grondstof voor benzine?
A
aardgas
B
aardolie
C
diesel
D
steenkool

Slide 4 - Quiz

noem zelf 5 voorbeelden van warmtebronnen

Slide 5 - Open question

brandstoffen noemen we energiebronnen
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

warmte is een energiesoort
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

verbranding is een chemisch proces
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

bij verbranding komt energie vrij in de vorm van :
A
licht
B
warmte
C
hout

Slide 9 - Quiz

energie meet je in de eenheid
A
graden celcius
B
volt
C
joule ( J )
D
stroom

Slide 10 - Quiz

1 kJ =
A
100 J
B
10 J
C
1000 J
D
10.000 J

Slide 11 - Quiz

met welke energiebron kan een apparaat licht geven of beweging maken of geluid?
A
aardgas
B
benzine
C
elektriciteit
D
de mens als bron

Slide 12 - Quiz

een liter benzine levert
35 000 000 J energie. Dat is .... kJ?
schrijf je berekening op !

Slide 13 - Open question

4.3
warmte kan zich van de ene plek naar de andere verplaatsen, dat noemen we :
warmteverplaatsing


A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

het DOORGEVEN van warmte
( bijvoorbeeld een radiator)
heet;
A
verplaatsing
B
geleiding

Slide 15 - Quiz

de radiator of airco verwarmt de lucht.
de warmte gaat zich verplaatsen door de lucht dat heet
A
stroming
B
verplaatsing

Slide 16 - Quiz

als je vlak bij een radiator staat, voel je dat deze ook warmte uitstraalt,er is nu geen tussenstof (lucht) nodig
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

een motor kun je koelen
dat is om te zorgen dat de motor niet te heet wordt.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

je kunt een motor koelen met
A een radiateur
B koelribben
C harder rijden
A
A en B is juist
B
A, B en C is juist
C
A en C is juist
D
allemaal fout!

Slide 19 - Quiz

als je je hand dicht bij een glas met hete thee houdt, voel je de warmte
dat komt door
A
geleiding
B
straling
C
stroming

Slide 20 - Quiz

de radiatoren van de cv hangen onder het raam . Jij zit aan de andere kant van het lokaal.
de warmte komt bij jou door:
A
geleiding
B
straling
C
stroming

Slide 21 - Quiz

op welke 3 manieren kan warmte zich verplaatsen?

Slide 22 - Open question