Griepvaccinatie

Griepvaccinatie
Feiten en fabels
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MTHMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Griepvaccinatie
Feiten en fabels

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Een griepvaccinatie is tegen het griepvirus. Hoe word het griepvirus ook wel genoemd?
A
Caputvirus
B
Artritisvirus
C
Influenzavirus

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welke groep kan ernstig ziek worden van het griepvirus?
A
Mensen met een lichamelijke beperking
B
Mensen van 60 jaar en ouder
C
Kinderen tussen de 6-12 jaar
D
Mensen met bepaalde aandoeningen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Het lichaam maakt na het vaccin afweerstoffen aan. Hoelang duurt dat ongeveer?

Slide 4 - Open question

2 weken
Door de griepvaccinatie heb je 80% minder kans om opgenomen te worden in het ziekenhuis
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Het is mogelijk om bijwerkingen te krijgen van de griepprik.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Griep is erger dan verkoudheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ziet een griepvaccinatie spuit eruit?

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Hoe ziet een virus in het lichaam eruit?

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

De griepprik beschermt tegen verkoudheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De griepprik is gevaarlijk voor zwangere vrouwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Je kunt nog griep krijgen als je de griepprik hebt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om de griepprik te halen?
A
omdat het je weerstand versterkt
B
omdat je dan geen griep meer krijgt
C
omdat je beschermt wordt tegen elk virus
D
omdat het beschermt tegen heftige griep

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Voor welke doelgroep is de griepprik erg belangrijk?
A
Ouderen, medewerkers in de zorg
B
Zwangere vrouwen, mensen met diabetes
C
Mensen met chronische ziekten
D
Mensen met een longaandoening

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions