Hypodermoclyse inbrengen en verwijderen

Hypodermoclyse inbrengen en verwijderen:
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hypodermoclyse inbrengen en verwijderen:

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het proces van het inbrengen en verwijderen van hypodermoclyse begrijpen en toepassen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over hypodermoclyse?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een 
hypodermoclyse?
Hypodermoclyse is het toedienen van vloeistof via een infuuscanule in het onderhuidse bindweefsel. De vloeistof is een oplossing van fysiologisch zout 0,9% of een andere zout-, en/of glucoseoplossing.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Indicatie hypodermoclyse?
Hypodermoclyse pas je toe bij cliënten met een (dreigend) vochttekort en/of verstoorde elektrolytenbalans. Elektrolyten zoals Natrium, Kalium en Chloor zijn nodig voor het regelen van de vochthuishouding. Toedienen van vloeistof via een ader kan niet of is te belastend voor de cliënt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Materialen en benodigdheden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aanprik plaatsen
• Breng de vloeistof in het onderhuidse bindweefsel aan voor- of zijkant van de bovenbenen in. De infuuscanule zit ongeveer 15 centimeter boven de knie.
• Andere geschikte plaatsen.
• In de buik, rond de navel.
• Het borstgebied, tussen sleutelbeen en borst, of lager dan de borst. Dit gebied blijft bij terminale cliënten het langst doorbloed.
• Tussen schouderbladen (bij onrustige of plukkerige cliënten).
• De bovenarmen, aan zij- voor- of achterkant.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Plaats de infuuscanule niet in de volgende gebieden:
• littekenweefsel
• plaatsen die ontstoken of pijnlijk zijn
• verlamde ledematen (armen en benen)
• ledematen met trombose
• verminderde doorbloeding
• oedeem
• beschadigde of bestraalde huid.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aanprik plaatsen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Breng de infuuscanule minstens 2 cm naast een vorige prikplaats in. Verwijder zo nodig veel haargroei met een schone tondeuse of schaar. Bij veel haargroei zie je niet waar je prikt. Veel haargroei is bovendien pijnlijk bij verwijderen van pleisters.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Complicaties
• Niet goed inlopen van de vloeistof. Ga na of de infuuscanule diep genoeg in het onderhuidse bindweefsel ligt en of de infuusslang niet geknikt is.
• Roodheid van de huid en pijn rond de insteekplaats. Verwijder de infuuscanule.
• Hematoom. Verwijder de infuuscanule.
• Ontsteking. Verwijder de infuuscanule.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Reken sommen
Mw de Jong moet 1,5 L vocht in 24 uur binnen krijgen middels de hypodermoclyse met 1 lijn


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1,5 liter = 1500 ml
1500 X 20 druppels = 30.000
30.000 : 24 = 1.250
1.250 : 60 = 20.8 =21 druppels per minuut

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hypodermoclyse - Bing video

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Manieren van toediening:


Op de hand infuus instellen: druppels tellen per minuut ( bijv 20 druppels per min of 5 druppels per 15 sec )
Of
Via de pomp instellen


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.