3: Blok 3 - Grammatica

Stop je telefoon in de telefoontas (geluid uit/ stil).

Zet je tas op de grond.

Ga rustig zitten.

1 / 22

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Stop je telefoon in de telefoontas (geluid uit/ stil).

Zet je tas op de grond.

Ga rustig zitten.

Slide 1 - Slide

Lesprogramma

Lezen

Blok 3: Grammatica

Lesdoelen
Uitleg zinsdelen
Uitleg woordsoorten
Zelfstandig werken

Evaluatie

Zijn de lesdoelen behaald?
Hoe ging de les?

Slide 2 - Slide

timer

20:00

Doel: woordenschat vergroten.

20 minuten stillezen.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen

Je kunt de zinsdelen: pv, wwg, ond, lv benoemen
Je kunt de woordsoorten: lw, znw, bnw, vz benoemen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Stappenplan zinsdelen

Persoonsvorm (pv): tijdsproef of zin vragend maken

Werkwoordelijk gezegde (wwg): pv + alle werkwoorden in de zin

Onderwerp (ond): wie/wat + wwg

Lijdend voorwerp (lv): wat/wie + wwg + ond

Slide 6 - Slide

De boer heeft de koe gemolken.

We gaan in de stal het kalfje bekijken.

Slide 7 - Slide

Je kunt je telefoon na de pauze bij de conciërge ophalen.

Wat is het lijdend voorwerp?

A) je

B) je telefoon

C) de conciërge

Slide 8 - Slide

Hij zag de bal net op tijd aankomen.

Wat is de persoonsvorm?

A) zag

B) op tijd

C) aankomen

Slide 9 - Slide

Onze hond lag al te wachten.

Wat is het werkwoordelijke gezegde?

A) lag te wachten

B) lag al te wachten

C) wachten

Slide 10 - Slide

Ik zie hen steeds voorbij lopen.

Wat is hen?

A) onderwerp

B) lijdend voorwerp

C) persoonsvorm

Slide 11 - Slide

Woordsoorten

Slide 12 - Slide

Woordsoorten

Lidwoord (lw): de, het, een

Zelfstandig naamwoord (znw): mensen, dieren, dingen, planten, (plaats)namen

Bijvoeglijk naamwoord (bnw): zeggen iets over een znw

Voorzetsel (vz): kun je voor '... de kast' of '... het feest' zetten

Slide 13 - Slide

Zelfstandig naamwoord

Mensen, dieren, dingen, planten, (plaats)namen

Lidwoord
Verkleinwoord
Enkelvoud en meervoud

Slide 14 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord

Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Staat meestal voor het zelfstandig naamwoord

De lekkere hamburger van de Mc Donalds.

Grammatica is moeilijk.

Slide 15 - Slide

Voorzetsels

Kooiwoorden of feestwoorden: '.... de kooi' of '.... het feest'.

Slide 16 - Slide

Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over?

A) onderwerp

B) gezegde

C) zelfstandig naamwoord

Slide 17 - Slide

De, het, een zijn?

A) werkwoorden

B) lidwoorden

C) voorzetsels

Slide 18 - Slide

Achter de school staat al heel lang een fiets.

Wat is achter?

A) bijvoeglijk naamwoord

B) voorzetsel

C) lidwoord

Slide 19 - Slide

Zijn de lesdoelen behaald?

Je kunt de zinsdelen: pv, wwg, ond, lv benoemen
Je kunt de woordsoorten: lw, znw, bnw, vz benoemen

Slide 20 - Slide

De bloemist heeft prachtige bloemen voor mij gekocht.

Slide 21 - Slide