This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
1) Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat 'assertiviteit' betekent.
2) Je kunt een voorbeeld geven van een assertieve reactie.
3) Je kunt in je eigen woorden de verschillen noemen tussen een assertieve reactie, een subassertieve reactie en agressieve reactie.
- opkomen voor jezelf
- rekening houden met jezelf én met de ander
- je mening durven geven
- 'nee' durven zeggen
- je grenzen aangeven
- niet over je heen laten lopen
- je grenzen niet aangeven
- over je heen laten lopen
- niet zeggen wat je wilt of vindt
- doen wat anderen willen
- geremd en stil zijn
- bang zijn voor ruzie
- voor jezelf opkomen, ten koste van de ander
- tot een conflict komen
- ikke ikke ikke en de rest kan stikken (eigen belang)
- niet naar de ander luisteren
- de ander de schuld geven
Wat doe je hiermee als je....