Les 1 - l'imparfait et le passé composé [la forme]

Bienvenue V4!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue V4!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

PROGRAMME
Grammaire C - passé composé et l'imparfait 
Aan het eind van de les;
- kan ik werkwoorden vervoegen in zowel de passé composé en in de imparfait;
- weet ik wanneer ik het hulpwerkwoord avoir of être moet gebruiken;
- kan ik een gebeurtenis vertellen in het Frans, waarbij ik de passé composé en imparfait correct gebruik;

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Texte
Regardez le texte.

  1. In welke tijd(en) is de tekst geschreven?
  2. Waar zie je dat aan?
  3. Wat hebben de twee tijden met elkaar gemeen?

Slide 3 - Slide

1. De tekst is geschreven in de imparfait en in de passé composé.
2. Dit is te zien aan de werkwoorden.
3. Beide tijden zijn in de verleden tijd. 
Texte
Regardez le texte.

  1. In welke tijd(en) is de tekst geschreven?
  2. Waar zie je dat aan?
  3. Wat hebben de twee tijden met elkaar gemeen?

l'imparfait et le passé composé

Slide 4 - Slide

1. De tekst is geschreven in de imparfait en in de passé composé.
2. Dit is te zien aan de werkwoorden.
3. Beide tijden zijn in de verleden tijd. 
Sleep de werkwoordsvormen naar de juiste werkwoordstijd.
L'imparfait

Le passé composé

nous avons bu
je marchais
Éric mangeait
On a rigolé
Ils regardaient
vous cherchiez
Il a voulu
Tu as vu
il jouait
on faisait
Marc a promis
Jules a été
Elles ont eu
As-tu choisi?

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Texte
Pak de tekst er weer bij. 

Markeer de zinnen in de imparfait in het geel.

Markeer de zinnen in de passé composé in het blauw.

Slide 6 - Slide

Laat leerlingen hele zinnen markeren, zodat ze niet alleen focussen op de werkwoorden in geïsoleerde context.
Texte
Antwoorden

Markeer de zinnen in de imparfait in het geel.

Markeer de zinnen in de passé composé in het blauw.

Slide 7 - Slide

Laat leerlingen hele zinnen markeren, zodat ze niet alleen focussen op de werkwoorden in geïsoleerde context.
Le passé composé/L'imparfait
Hoe zat het ook alweer? - leg uit hoe je de passé composé maakt van de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, -re


manger
choisir
vendre
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Le passé composé/L'imparfait
Répétition - leg uit hoe je de passé composé maakt van de regelmatige werkwoorden op -er, -ir, -re


hulpww.
manger
choisir
vendre
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont


mangé


choisi


vendu

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Noem drie werkwoorden waarbij je in de passé composé het hulpwerkwoord être gebruikt.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Conjuguez le verbe 'lire' à l'imparfait.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

AU TRAVAIL
Maak opdracht 2, 3 en 4 van het werkboekje. 

Ben je klaar?
Leer vocabulaire A op blz. 86
Link naar quizlet staat in de Teams omgeving. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Ik weet hoe ik de werkwoorden moet vervoegen in zowel de passé composé als in de imparfait.
A
Ja
B
Ik moet nog even herhalen en dan ken ik het!
C
Nee, ik moet ze nog even goed bestuderen.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

[EXITVRAAG] Zet de zinnen in de aangegeven tijd.
1. Je participe au concours de danse (passé composé)
2. Il fait toujours beau ici! (imparfait)

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Voorbereiding op de volgende les 
Voor de volgende les leer je welke bijwoordelijke bepalingen horen bij welke werkwoordstijd

Slide 17 - Slide

This item has no instructions