This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Items in this lesson
12.5 knutselen met DNA
Slide 1 - Slide
12.5 doel van de les
Je weet wat genetisch modificeren betekent.
Je weet wat de toepassingen van genetische modificatie zijn.
Je weet hoe DNA veranderd kan worden.
Je weet wat de bezwaren zijn tegen genetisch modificeren
Slide 2 - Slide
12.5 begrippen
gentherapie
genetisch modificeren
ggo=genetisch gemodificeerd organisme
transgeen organisme
injecteren, vector, plasmiden
bezwaren
Slide 3 - Slide
Wat gebeurt er in de cel?
Het DNA = code, wordt gelezen door speciale eiwitten en is een code voor het maken van eiwitten. Deze regelen wat er in een cel gebeurt, welke stoffen worden aangemaakt.
Dit wordt vervolgens gedaan met alle informatie die op het DNA van de cel (en dus het organisme) ligt
Slide 4 - Slide
Wat gebeurt er in de cel?
DNA wordt gekopieerd bij celdeling
hierbij kunnen fouten worden gemaakt=mutaties ontstaan,
leidend tot ziektes
Veranderen van DNA kan mutaties die ziekten veroorzaken verhelpen
Slide 5 - Slide
CRISPR-CAS-KIT
CRISPR=Clustered Regularly Interspaced Short Palindromic Repeats
Slide 6 - Slide
waarom zou je DNA willen veranderen?
Slide 7 - Open question
Waarom zo je DNA willen veranderen?
groeihormoon voor kinderen
medicijnen
biobrandstof
(aangepast)voedsel
genezen van ziekten(gentherapie)
Slide 8 - Slide
hoe kun je DNA veranderen?
Stap 1: gewenst gen knippen uit DNA (mbv enzymen)
Stap 2: dit gen in een cel brengen, door:
injecteren van gen in celkern
of door een vector te gebruiken
Mogelijke vectoren:
virus
plasmide
kogeltje
Slide 9 - Slide
DNA veranderen
genetisch modificeren = veranderen van DNA van een organisme, dan ontstaat een ggo=genetisch gemodificeerd organisme, is het nieuwe gen van een ander organisme afkomstig=transgeen ggo
gentherapie=veranderen van DNA om een patiënt beter te maken