This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Verhoudingen
Relatie tussen twee getallen
Slide 1 - Slide
Wat is een verhouding?
Een verhouding geeft een verband aan tussen twee of meer getallen. Je kunt een verhouding gebruiken om een prijs, een aantal of een hoeveelheid uit te rekenen.
Slide 2 - Slide
Verhoudingen
Verhoudingen worden op verschillende manieren geschreven.
1 : 3
Tabel
Breuk
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Vul de tabel weer in
1
2
4
6
8
Slide 6 - Slide
Een verhouding laat zien hoe twee ..... zich tot elkaar verhouden.
A
Nummers
B
Getallen
C
Letters
D
Zinnen
Slide 7 - Quiz
Wat is de verhouding appel : banaan
A
2:3
B
2:5
C
3:2
Slide 8 - Quiz
De verhouding 3 : 12 hoort bij...
A
1:3
B
3:4
C
1:4
D
1:5
Slide 9 - Quiz
Wat is de verhouding tussen jongens en meisjes
A
5 : 15
B
1 : 3
C
1 : 5
D
3
Slide 10 - Quiz
De verhouding 4 : 8 hoort bij...
timer
1:00
A
1:3
B
1:5
C
1:2
D
1:6
Slide 11 - Quiz
Wat is de verhouding van 5 rode ballen tot 10 groene ballen?
A
1:2
B
2:1
C
1:1
Slide 12 - Quiz
Wat is de verhouding limoensap : gembersiroop in de aardbeiencocktail?
A
3:1
B
1:3
C
4:1
D
1:4
Slide 13 - Quiz
Welke fietsenverhuurder is naar verhouding het goedkoopst?
timer
0:45
A
Toms fietsverhuur
B
fietshandel Jelsma
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Bijvoorbeeld:
Bijvoorbeeld: als 1 appel €0,50 kost, dan kosten 2 appels €1,00.
hoeveelheid
1
2
prijs
€0,50
€1,00
Slide 17 - Slide
Rekenen met verhoudingen
Slide 18 - Slide
verhouding met een totaal
Soms gaat het over een totaal aantal en een stukje daarvan.
Bijvoorbeeld:
Slide 19 - Slide
Zak met knikkers
In de zak verhouden de rode en witte knikkers zich als 1 op 4
In totaal zitten er 30 knikkers in de zak, hoeveel witte knikkers zitten in de zak?
Verhouding bij elkaar optellen: 1 + 4 = 5
Nieuwe verhouding 4 : 5
Slide 20 - Slide
Knikkers
We hebben nieuwe verhouding.
Deze zetten wij in verhoudingstabel.
Uitrekenen: 4 x 6 = 24
24 witte knikkers
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Slide 24 - Slide
Als 4 boeken €20 kosten, hoeveel kosten 10 boeken?