oefenen met historische vaardigheden en het beantwoorden van toetsvragen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Historisch Denken §7.3
oefenen met historische vaardigheden en het beantwoorden van toetsvragen
Slide 1 - Slide
Geschiedenisvragen draaien om historisch denken!
- 8 vaardigheden
(zie document studiewijzer)
1. chronologie
2. KA koppelen aan tijdvak
3. periodiseren
4.Vergelijken
5. vragen formuleren
6. bronmateriaal selecteren
7. gebeurtenissen verklaren
8. oordeel over het verleden geven
Slide 2 - Slide
Vaardigheid 4: KA koppelen aan tijdvak
concluderen waarom je de koppeling maakt.
KA benoemen
KA koppelen aan bron/citaat (element noemen)
Structuur van het antwoord:
Het volgende KA: (KA noemen) past bij de bron/het tijdvak omdat je in de bron lees/ziet (bron benoemen). Hierdoor kan je concluderen dat: (noemen dat KA past bij TV).
Slide 3 - Slide
Koppelen: koppel de KA's uit tijdvak 5 aan het juiste plaatje.
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
Het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
Het begin van de Europese overzeese expansie.
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
Slide 4 - Drag question
Koppelen: koppel de KA's uit tijdvak 6 aan het juiste plaatje.
De wetenschappelijke revolutie.
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
Het streven van vorsten naar absolute macht.
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
Slide 5 - Drag question
Wat wordt bedoeld met de Wetenschappelijke Revolutie?
A
Ingrijpende verandering op wetenschappelijk gebied
B
Steeds minder uitvinden
C
Wetenschappers komen in opstand tegen de vorst
D
Wetenschappers willen meer gaan verdienen
Slide 6 - Quiz
rationalisme: welke klopt niet?
A
wetenschappelijke revolutie
B
verstandelijk redeneren
C
vanuit geloof redeneren
D
onderzoeken vanuit de ratio
Slide 7 - Quiz
Empirisme: welke klopt niet?
A
wetenschappelijke revolutie
B
zintuigen heel belangrijk
C
vanuit geloof redeneren
D
verstand gebruiken
Slide 8 - Quiz
Welke uitspraak past bij de werkwijze van de wetenschappers in de tijd van de wetenschappelijke revolutie?
De wetenschappers:
A
kwamen voornamelijk uit de Republiek.
B
twijfelden niet aan de juistheid van de Bijbel.
C
vertrouwden steeds meer op hun eigen waarnemingen.
D
vonden dat de filosofen uit de oudheid per definitie gelijk hadden.
Slide 9 - Quiz
Kennis opdoen door waarneming en experimenteren noemen we:
A
Rationalisme
B
de Verlichting
C
Deïsme
D
Empirisme
Slide 10 - Quiz
Oefenen met toetsvragen: Vragen naar verbanden
Herhaal de vraag
Let op signaalwoorden bijv. eerst, hier, echter, maar etc.
Gebruik begrippen uit de vraag
Trek een conclusie
Slide 11 - Slide
Oefenen met toetsvragen: beeldbronnen
Wat zie je op de bron
Wat staat er in de toelichting
"in de bron zie je:"
Wat je ziet in eigen woorden koppelen aan je conslusie
Slide 12 - Slide
Een uitspraak van Leonardo da Vinci (1452 – 1519): “Ervaring is steeds de leermeesteres geweest van al wie goede geschriften heeft nagelaten”. Deze uitspreek van Leonardo da Vinci past bij twee verschillende kenmerkende aspecten van de zestiende eeuw. 4p Toon dit aan door deze twee kenmerkende aspecten te noemen en leg je keuze uit!
Slide 13 - Open question
Gebruik bron 2 Deze bron illustreert twee kenmerkende aspecten van de zeventiende eeuw. 4p Noem die twee aspecten en geef bij elk aspect aan waardoor dit uit de bron blijkt.
Slide 14 - Open question
Exit ticket: wat past het best bij jou?
ik heb niets nieuws geleerd deze les
ik heb iets anders nieuw geleerd deze les
ik heb iets geleerd over KA's koppelen
ik heb iets geleerd over het beantwoorden van vragen