VWO 2 Formatieve toets theorie talent 1.3 en 2.3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Theorie Talent 1.3 en 2.3

Opdrachten over 1.3 en 2.3

Extra leestaak maken

Wat doe je als je een tekst nauwkeurig leest?

Tekst

Welke vragen stel je jezelf als je een tekst nauwkeurig leest?

Wat is het belangrijkste wat over het onderwerp gezegd wordt.

Wat is het verband tussen de tekstdelen?

Wat is het doel van de tekst?

Wat betekenen de moeilijke woorden?

Wat is het voor soort tekst?

Wat is de bron?

Ik herken een alinea...

1. De laatste zin loopt niet door tot aan het eind.
2. Er staat soms een witregel tussen de alinea's
3. De eerste regel springt soms in.
4. A, b en c zijn allemaal goed

Tevens hoort bij het tekstverband...

1. tijdsvolgorde
2. opsomming
3. tegenstelling
4. vergelijking

Evenals is een signaalwoord van een ... verband.

1. vergelijkend
2. samenvattend
3. concluderend
4. tegenstellend

Immers hoort bij het tekstverband...

1. opsomming
2. tijdsvolgorde
3. tegenstelling
4. redengevend

Bijvoorbeeld is een signaalwoord van welk tekstverband?

1. concluderend
2. samenvattend
3. redengevend
4. uitleggend

Doordat is een signaalwoord dat hoort bij het tekstverband...

1. oorzaak-gevolg
2. tegenstelling
3. opsomming
4. vergelijking

interviewverslag

toneelstuk

advertentie

klachtenbrief

Informeren

amuseren

overtuigen

activeren

De hoofdgedachte van een overtuigende tekst bestaat altijd uit feitelijke informatie.

1. juist
2. onjuist

Welke functie van de inleiding vindt je vaak in een interviewverslag?

1. centrale vraag stellen
2. persoon introduceren
3. samenvatting geven
4. de mening van de schrijver geven

Een interview waarbij de vragen verwerkt zijn in een verhaal noem je:

1. samenvattend interviewverslag
2. letterlijk interviewverslag

De oefentoets ging

😒🙁😐🙂😃

Welke functie van het slot verwacht je als het slot begint met het signaalwoord dus...

1. samenvatting
2. advies
3. conclusie

Met welk signaalwoord kan het slot beginnen als het een samenvatting bevat?

1. Kortom
2. daarentegen
3. namelijk
4. de slotsom is..