This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Les 10: toets
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Vragen
Hoofdstuk 1 t/m 8
Slide 4 - Slide
Risicofactoren kunnen liggen op drie gebieden. Welk antwoord is goed?
A
kind, hele familie, wijk
B
kind, tante, familie
C
kind, ouders/gezin, omgeving
D
zusjes, hele familie, school
Slide 5 - Quiz
Voorbeelden van sociale problemen zijn.. Meerdere antwoorden zijn goed
A
Vroeggeboorte baby
B
Werkeloosheid
C
Laag inkomen
D
Verstandelijke beperking
Slide 6 - Quiz
Wat is een riscofactor?
A
Zaken die de kans op problemen vergroten
B
Zaken die de kans op problemen verkleinen
Slide 7 - Quiz
Kindfactor
Ouders en/of het gezin factor
Omgevings- risicofactor
Slide 8 - Drag question
Hoe meer risicofactoren, hoe kleiner de kans op problemen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Laaggeboorte gewicht. Dit is een risicofactor vanuit?
A
Het kind
B
De omgeving
C
De ouders
Slide 10 - Quiz
Risicofactoren voor de ontwikkeling van het kind kunnen liggen op drie gebieden. Welke is juist?
A
Het kind, de school, de omgeving
B
Het kind, het gezin, de familie
C
Het kind, de ouders, de omgeving
Slide 11 - Quiz
Psychische problemen bij de vader is een risicofactor vanuit..
A
Het kind
B
De ouders/gezin
C
De omgeving
Slide 12 - Quiz
Verslavingsproblemen is een risicofactor vanuit?
A
Het kind
B
De ouders
C
De omgeving
Slide 13 - Quiz
Voeg een foto toe van risico factor de omgeving
Slide 14 - Open question
Binnenuit
Buitenaf
Verstandelijke beperking
Stofwisselingsziekte
Slechte huisvesting
Problemen in het gezin
Erfelijke aandoening
Achterstelling in de maatschappij
Slide 15 - Drag question
Sociale problematiek is problematiek die..
A
De overheid bepaald
B
Maatschappelijk is bepaald
C
Persoonlijk is bepaald
D
Niemand bepaald, het is gewoon zo
Slide 16 - Quiz
Een verstandelijke beperking is een voorbeeld van een oorzaak in de ontwikkeling van buitenaf.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Werkloosheid is een risicofactor vanuit?
A
Het kind
B
De ouders
C
De omgeving
Slide 18 - Quiz
Wanneer de ontwikkeling van een kind achterblijft of anders verloopt dan verwacht, kan de oorzaak binnen en buiten het kind liggen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Bas (4 jaar) heeft te weinig eten en draagt te dunne kleding, waardoor hij het erg koud heeft.
Lotte (8 jaar) heeft regelmatig blauwe plekken op vreemde plekken. Dit keer heeft ze ook brandwonden. Ze probeert de wond te verbergen. Ze is erg opstandig de laatste tijd.
Ali is 10 jaar maar moet al 5 dagen in de week helpen in het bedrijf va nzijn ouders. Hij moet soms tot 10 uur in de avond helpen.
Jurre krijgt geen aandacht en liefde thuis. Hij is regelmatig zonder toezicht thuis en wordt bang gemaakt door uitspraken van zijn ouders.
Vera (5 jaar) hheeft . Ze heeft stemmings wisselingen en vertoont niet passend seksueel gedrag bij haar leeftijd. Ze houdt niet van lichamelijk contact.
Seksuele mishandeling
Emotionele/ geestelijke mishandeling
Lichamelijke mishandeling
Uitbuiting
Lichamelijke verwaarlozing
Slide 20 - Drag question
Wat is Veilig Thuis?
A
Advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling
B
Zij geven adviezen over brandveiligheid in huis
C
Advies- en meldpunt onveilig wonen
D
Advies- en meldpunt voor kinderen in een lastige thuissituatie
Slide 21 - Quiz
Partnermishandeling wordt altijd door mannen gepleegd.
A
Eens
B
Oneens
Slide 22 - Quiz
Wat is sociale problematiek? meerdere antwoorden zijn goed
A
Mensen die in langdurige probleemsituaties zitten, waardoor ze een achterstand hebben
B
Mensen die bang zijn in sociale situaties. Ze zijn bang voor andere mensen
C
Maatschappelijk bepaalde problemen
D
Persoonlijke sociale problemen
Slide 23 - Quiz
'Sociale problematiek is vaak makkelijk op te lossen'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 24 - Quiz
'Sociale problematiek hangt niet samen met het functioneren van de maatschappij'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
'Sociale problematiek is meestal het gevolg van een achterstelling in de maatschappij
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quiz
'Sociale problematiek is maatschappelijk bepaald en treft groepen mensen'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
Bij welke groepen mensen komt werkloosheid vaker voor? Geef 2 voorbeelden
Slide 28 - Open question
'Armoede gaat vaak van generatie op generatie over'
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
Wat betekent analfabetisme?
A
Niet kunnen functioneren in de maatschappij
B
Beetje kunnen lezen, maar niet kunnen schrijven
C
Niet kunnen lezen en schrijven
D
Beetje kunnen schrijven, maar niet kunnen lezen
Slide 30 - Quiz
Mensen die analfabeet zijn, vinden treinreizen moeilijk. Ze kunnen de borden niet lezen. Wat is nog meer moeilijk? Voeg 1 foto toe
Slide 31 - Open question
Wat betekent laaggeletterdheid?
Slide 32 - Open question
Analfabetisme en laaggeletterdheid gaan vaak samen met een achterstelling in de maatschappij
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quiz
Analfabeten en laaggeletterden zijn vaak gemotiveerd om 'terug naar de klas' te gaan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quiz
Noem 2 redenen waarom mensen vluchten?
Slide 35 - Open question
Een vechtscheiding is altijd schadelijk voor kinderen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 36 - Quiz
Laatste vraag..
Gebruik zo nodig je reader!
Slide 37 - Slide
Heb je een vraag of extra uitleg nodig over een begrip?