QUIZ INTEGRATIEVE TOETS

QUIZ INTEGRATIEVE TOETS
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SkillsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

QUIZ INTEGRATIEVE TOETS

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een transfer?

A
een botziekte met vergroeiingen
B
Het verplaatsen van iemand
C
een hulpmiddel voor halfzijdige verlamming
D
een onderdeel van de rolstoel

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

actieve tillift
A
wanneer iemand nog wel zelf iets kan maar niet veel.
B
wanneer iemand meer beweging nodig heeft.
C
wanneer iemand zijn arm niet meer kan bewegen.
D
wanneer iemand gaat sporten.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Een tillift is...
A
Wel zorgtechnologie
B
Geen zorgtechnologie

Slide 4 - Quiz

Sommige mensen zien dit ook als zorgtechnologie. Tilliften worden immers steeds 'technischer'. Ken je de tillift waar een elektromotor in zit? Die zorgt ervoor dat het voor de zorgverlener minder belastend is om de lift te duwen. Het kan beiden waar zijn. 
Een hartslag van 95 slagen per minuut is een normale hartslag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Incontinentie is het
A
ongewild verliezen van urine en/of ontlasting
B
het achterblijven van urine in de blaas
C
verstopping van de darmen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

wat is de temperatuur van je lichaam?
A
35 graden Celsius
B
36 graden Celsius
C
37 graden Celsius
D
38 graden Celsius

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waar zoeken wij het protocol op voor wondzorg?
A
Intranet
B
Vilans
C
Kennisnet
D
Op de afdeling

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Je wilt je verbandschaar gebruiken bij de wondzorg van een patiënt. Wat moet je doen?
A
Reinigen en desinfecteren na gebruik
B
Reinigen en desinfecteren voor gebruik
C
Desinfecteren voor gebruik
D
Desinfecteren voor en na het gebruik

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de bloeddruk?
A
Druk die het bloed uitoefent in een haarvat
B
Druk van bloed op wanden van slagaders
C
Druk van bloed op alleen de linkerkamer
D
Bloed dat heel veel energie heeft

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is ADL?
A
Algemeen Dagelijkse Lichaamsverzorging
B
Algemeen Dagelijkse levensverrichtingen
C
Activiteiten Dagelijks Leven
D
Algemeen Dagelijkse Leefactiviteiten

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de bloeddruk?
A
Druk die het bloed uitoefent in een haarvat
B
Druk van bloed op wanden van slagaders
C
Druk van bloed op alleen de linkerkamer
D
Bloed dat heel veel energie heeft

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de passieve tillift?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een positieve vochtbalans?
A
Er komt meer vocht het lichaam binnen dan er uit gaat.
B
Er gaat meer vocht het lichaam uit dan er in komt.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bij persoonlijke verzorging leer je
A
Hoe je jezelf moet verzorgen
B
Hoe anderen zichzelf moeten verzorgen
C
Hoe jij anderen moet verzorgen
D
Alle drie de antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe werk je hygienisch
A
Door je handen te wassen voor en na het opmaken van het bed
B
Door je sieraden af te doen
C
Door handschoenen aan te doen
D
Door alles wat hier voor genoemd is

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Als je een cliënt op bed wast, kun je de techniek van ‘verzorgend wassen’ toepassen.

Wat houdt die techniek in?
A
Het gebruik van zo min mogelijk zeep.
B
Het gebruik van zo min mogelijk water.
C
Het gebruik van wasdoekjes met zeep die snel verdampt.
D
Het gebruik van wasdoekjes met huidvriendelijke lotion.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het doel van een glijzeil?
A
Iemand opzij draaien in bed
B
Iemand hogerop helpen in bed
C
Iemand uit bed begeleiden
D
voorkomen van onderuit zakken

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke wond is GEEN gesloten wond?
A
Bloeduitstorting
B
Hematoom
C
Bloeding in lichaamsholten
D
Steekwond

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoe koel je brandwonden?
A
met lauw stromend water, net boven de wond
B
met koud water, op de wond
C
met koud water, net boven de wond
D
met lauw water, op de wond

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

een mechanische wond wordt veroorzaakt door chloor
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke voedingsstoffen heeft een wond nodig om te genezen?
A
Eiwitten
B
kalium
C
calcium
D
elektrolyten

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe maak je een rode wond schoon
A
Van buiten naar buiten
B
Van binnen naar buiten
C
Van binnen naar binnen
D
Spoelen met alcohol

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions