5.4 Verstedelijking

5.4 Verstedelijking

1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.4 Verstedelijking

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je weet:
- Wat de kenmerken zijn van het Indiase platteland;
- Waarom de steden groeien en welke gevolgen dat heeft;
- Je kent de kenmerken van een zelfbouwwijk;
- Je kan de economische groei van de metropolen verklaren.

Slide 2 - Slide

De twee derde van alle Indiërs werkt in de...
A
Landbouw
B
Industrie
C
Dienstensector

Slide 3 - Quiz

Platteland 
Zelfvoorzienend platteland; boerderijen voor eigen voedsel.

Er werken veel mensen, maar levert weinig op (14% van het bbp).

Bbp = bruto binnenlands product, geld dat wordt verdiend door alle burgers in een land.

Slide 4 - Slide

Platteland
- ongeveer 30% van de boeren: veel grond+ ook productie voor de handel
 - Indiase landbouw: 14% bruto binnenlands product (bbp)  -10% exportopbrengsten

Slide 5 - Slide

Platteland
- Veel mensen hebben te weinig grond: moet telkens verdeeld worden
- Grond is vaak uitgeput
- Veel misoogsten

Maatregelen overheid
- Minimumprijzen, subsidies, markten: wat is het gevaar?

Slide 6 - Slide

 Indiase steden
     - 1,4 miljard stedelingen
 - veel miljoenensteden 
- nu: 1/3 van de bevolking
 - 2050: 1/2 van de bevolking

Slide 7 - Slide

Stad
Niet veel geld te verdienen.
Gevolg: mensen verhuizen naar de stad op zoek naar werk.

Verhuizen platteland -> stad:
ruraal-urbane migratie.
Dit gaat snel: urbanisatietempo ligt hoog.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Steden 
In de steden krijgen vrouwen minder kinderen.
Meeste bevolkingsgroei in de stad komt dus van migratie.

Veel migranten komen terecht in zelfbouwwijken, omdat de groei zo snel gaat dat er niet tegen gebouwd kan worden.

Slide 10 - Slide

Groei steden
 - niet zozeer door geboortes 
- door toename welvaart is het geboortecijfer gedaald
 - wel door ruraal-urbane migratie
-arme Indiërs verhuizen van het platteland naar de stad

Slide 11 - Slide

Contrasten 
Grote sociale verschillen in de stad.

Veel gated community's: wijken met muren eromheen waar alleen rijken wonen.

Mensen kunnen geweigerd worden op basis van inkomen of kaste.

Slide 12 - Slide

Megasteden 
Inmiddels: grote steden, soms met 10 miljoen+ inwoners. Dit is een megastad.

Veel werk in de diensten/informele sector (auto's wassen, schoenen poetsen etc.)

Slide 13 - Slide

Groei van de Indische economie komt uit deze grote steden (metropolen of global cities).

Bv. economie van Mumbai is over 10 jaar zo groot als die van het land Maleisië nu.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

New Delhi
       - agglomeratie van bijna 22 miljoen inwoners
- 2040: naar verwachting 40 miljoen inwoners
 - megastad: meer dan 10 miljoen inwoners
- Elke dag komen ongeveer 1500 nieuwe inwoners bij 

Slide 16 - Slide

Urbanisatie
  •  Gevolg enorme urbanisatie: enorme zelfbouwwijken / sloppenwijken / slums
VB: Dharavi in Mumbai -9  milj. van 23 milj. 
  •   Economische groei India door de metropolen:
 steden met economieën zo groot als hele landen!
2030: Mumbai = Maleisië
Delhi = Filipijnen 

Slide 17 - Slide

Conclusie
Platteland is vooral zelfvoorzienend, levert niet veel geld op;

Daardoor veel ruraal-urbane migratie, het urbanisatietempo is hoog;

Mensen leven gescheiden van elkaar in gated communities en zelfbouwwijken;

Steden groeien uit tot megasteden / metropolen.

Slide 18 - Slide

Herhaling 5.1
timer
10:00

Slide 19 - Slide

De bevolkingsgroei in India...
A
neemt toe
B
neemt af
C
blijft gelijk

Slide 20 - Quiz

Welke indicatie geeft het spoornetwerk van India voor het type kolonie?
A
vestigingskolonie
B
exploitatiekolonie

Slide 21 - Quiz

Een kolonie waar voornamelijk grondstoffen vandaan gehaald werden/worden, noemen we een:
A
Vestigingskolonie
B
Exploitatiekolonie
C
Handelskolonie
D
Grondstoffenkolonie

Slide 22 - Quiz

Een vestigingskolonie is...
A
Een kolonie waarbij mensen echt in dat land gingen wonen
B
Een kolonie waarbij er alleen producten uit het land gehaald werden
C
Alle koloniën waren vestigingskoloniën
D
Een kolonie waar slaven vandaan gehaald werden

Slide 23 - Quiz

India en Australië waren exploitatiekoloniën?
A
beide
B
alleen Australie
C
alleen India
D
Beide waren vestigingskoloniën?

Slide 24 - Quiz

Het belangrijkste verschil tussen een exploitatiekolonie en vestigingskolonie is dat bij vestegingskolonie
A
de koloniën zelfstandig zijn.
B
de invloed van het moederland zich tot de kustzones beperkt
C
het moederland de kolonie bestuurt.
D
Mensen uit het moederland zich hier permanent heen verplaatsen

Slide 25 - Quiz

Wat is het geboortecijfer?
A
Het aantal mensen dat geboren wordt.
B
Het aantal mensen dat geboren wordt per 1000 inwoners.
C
Het aantal mensen dat nog leeft na hun 1e levensjaar.
D
Het aantal mensen dat overlijdt.

Slide 26 - Quiz

India is een...
A
Federatie
B
Monarchie
C
Continent
D
Deelstaat

Slide 27 - Quiz

Welke uitspraak past bij een exploitatiekolonie?
A
Uitbreiding van het woongebied van een moederland.
B
Levert grondstoffen aan het moederland.
C
Hierdoor kon europeanisering ontstaan.
D
De transport-mogelijkheden namen hierdoor toe.

Slide 28 - Quiz

Het geboortecijfer en het sterftecijfer zeggen iets over de ....
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
sociale bevolkingsgroei
C
vergrijzing
D
ontgroening

Slide 29 - Quiz

Wat is een federatie?
A
Een land met verschillende provincies.
B
Een land met deelstaten met een eigen parlement.
C
Een samenwerkingsverband van landen.
D
Een land met veel verschillende culturen

Slide 30 - Quiz

Slepen maar!
Rijk land
Arm land
Vestigingsoverschot
Vertrekoverschot
Laag geboortecijfer
Hoog geboortecijfer
Hoog vruchtbaarheidscijfer
Laag vruchtbaarheidscijfer

Slide 31 - Drag question

Hoge groene druk
Hoge grijze druk
Armer land
Rijk land
Fase 3 Demografische transitie
Fase 5 Demografische transitie
In de toekomst een tekort aan arbeiders
In de toekomst een overschot aan arbeiders
Zeer laag geboortecijfer
Dalend geboortecijfer

Slide 32 - Drag question

Het gemiddeld aantal kinderen dat een vrouw voortbrengt.
De verhouding tussen de productieven leeftijdsgoep en de niet productieve groep
Afname van het aandeel jongeren (0-19 jaar) in de totale bevolking
Het gemiddeld aantal tte verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. 
Afname van de bevolking
Demografsiche krimp
vruchtbaarheidscijfer
Levensverwachting
Demografsiche druk
Ontgroening

Slide 33 - Drag question



a. Welk begrip hoort bij deze afbeelding?
b. Leg uit wat het betekend.
c. Welk gevolg heeft dit op de Indiase maatschappij? 

Slide 34 - Open question

In India zijn grote sociale verschillen. Dit komt door het kastenstelsel dat in India vanaf je geboorte bepaalt tot welke sociale groep je behoort. Leg uit waarom dit antwoord juist is.

Slide 35 - Open question

Wat is een lingua franca? En waarom heeft India een lingua franca nodig?

Slide 36 - Open question