Vrijdag

Goedemorgen klas 4
Wat gaan we doen? 
1. LOB: werken aan:
Wie ben ik?
Kaft?
Levenslijn
CV maken
2. Activiteiten op maandag bespreken
Doelen:  *Je weet wat een CV is en kunt deze maken.
Hoe is het gegaan?







Vrijdag 11 april 2025
Nodig:
Chromebook
Portfolio map
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemorgen klas 4
Wat gaan we doen? 
1. LOB: werken aan:
Wie ben ik?
Kaft?
Levenslijn
CV maken
2. Activiteiten op maandag bespreken
Doelen:  *Je weet wat een CV is en kunt deze maken.
Hoe is het gegaan?







Vrijdag 11 april 2025
Nodig:
Chromebook
Portfolio map

Slide 1 - Slide

Goedemiddag klas 1B
Wat gaan we doen? 
1. Schrijven:  
Een email schrijven.
Een formulier invullen.

Wat ga je leren? *Je kunt een mail schrijven: Je weet wat bovenaan staat 
wat onderaan staat. * Je kunt vragen stellen. 
Hoe is het gegaan?
Huiswerk? 
Nodig:
Etui



Vrijdag 11 april 2025

Slide 2 - Slide

Dictee
  1. Ik speel met een bal.
  2. Wij spelen met twee ballen.
  3. Jij loopt met een tas.
  4. Wij lopen met tassen.
  5. Ik ren naar de school.
  6. Wij rennen naar de scholen

Slide 3 - Slide

Solliciteren
  • 1. Wees op tijd en besteed aandacht aan je kleding en verzorging.
  • 2. Voorstellen:  hand, naam, aankijken.
  • 3. Vertel iets over jezelf.
  • 4. Waarom wil je graag de baan?
  • 5. Wat kun je al heel goed?
  • 6. Wat wil je nog graag leren?
  • 7. Vraag wat de werktijden zijn.
  • 8. Vraag op nette manier wat je gaan verdienen.
  • 9. Zeg dat je heel graag deze baan wilt.
  • 10. Bedank de ander voor het gesprek. 
  • 11. Vraag wanneer je een reactie krijgt.

Werkgever:
-Wil je iets over jezelf vertellen?
-Waarom wil je deze baan?
-Wat kun je al heel goed?
-Wat wil je graag nog leren?
-Heb jij nog vragen aan mij?

Slide 4 - Slide

Mijn dorp / stad
Ik woon in Zwaag. Zwaag is een dorp. 
In Zwaag is een zwembad. 
Dat is achter mijn huis. 
Als ik uit het raam kijk dan zie ik het zwembad.
Je kunt sporten in Zwaag. 
Je kunt er voetballen, handballen en volleyballen. 
Ik vind het leuk in Zwaag, want ik woon daar rustig. 
Ik vind het niet zo leuk dat er weinig winkels zijn.



Slide 5 - Slide

Goedemorgen klas 1A
Wat gaan we doen? 
1. Grammatica: zinnen maken
-Oefenen op het bord
-spreek oefening

Wat ga je leren?
*Je kunt een zin maken met een onderwerp, een werkwoord en een rest. *Je weet wat het onderwerp is in een zin. *Je weet wat een werkwoord is.
Hoe is het gegaan?

Huiswerk: 

Nodig:
etui



Vrijdag 11 april 2025

Slide 6 - Slide

onderwerp  en werkwoord
1. Ik eet een appel.
2. Jij loopt naar school.
3. Wij zitten in de klas.
4. Eten de kinderen hun brood?
5. Rennen de leerlingen door de school?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

persoonlijke voornaamwoorden
Mevrouw Langedijk = zij
Meneer Aay= hij
De tante = zij
De oom = hij
Michael = hij
Eva = zij
Michael en ik = wij
Michael en Eva = zij

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

persoonlijke voornaamwoorden
  • Ik loop naar ...........auto. Het is .............. auto
  • Zij schrijft met .......... pen. Het is ............pen.
  • Hij denkt aan ............. vriend. Het is .................vriend.
  • Jij gaat naar ........ fiets. - De fiets is van ..........
  • De mensen willen naar ...........  huis. Het huis is van ........
  • Wij geven bloemen aan ..........moeder. Het is .................moeder.
  • Jullie geven iets aan .......... vrienden. De vrienden zijn van.....

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Goedemiddag klas 1A
Wat gaan we doen? 
-schrijfopdrachten

Wat ga je leren? *je kunt een formulier invullen 
*je kunt een mail schrijven aan een docent. *Je weet
wat je boven en onder een mail schrijft.
Hoe is het gegaan?
Huiswerk? 
Nodig:
klanken kaartjes


Vrijdag 28 maart 2025

Slide 13 - Slide

Formulier
Naam:
Adres:
Postcode:
Woonplaats:
Telefoonnummer:
Emailadres:
Geboortedatum: 

Slide 14 - Slide

Goedemorgen klas 1A
Wat gaan we doen? 
1. Diglin of Disk
2. Kahoot over......
Wat ga je leren? 
*Je kunt Nederlandse woorden lezen en schrijven. 
Hoe is het gegaan?
Huiswerk
Nodig:
etui
Diglin boek
Chromebook
oortjes
Vrijdag 11 april 2025

Slide 15 - Slide

Goedemiddag klas 3
Wat gaan we doen?  
1. Grammatica:  nog even oefenen!
2. toets maken

Wat ga je leren? *Je kunt zinnen maken in goede volgorde en met de juiste werkwoorden.
Hoe is het gegaan?
Huiswerk?  
Nodig:
Etui
Grammatica (geel) mapje

vrijdag 11 april 2025

Slide 16 - Slide

vraagzinnen maken
Met een vraagwoord: Waar? Wie? Wat? Wanneer? Hoe? Waarom?
Of:

Wij kopen eten.
........................................................?
Hij gaat naar de voetbal.
................................................................?
Zij wil graag schoenen kopen.
.......................................................................?

Slide 17 - Slide

Zinnen met 2 werkwoorden
Onderwerp -  werkwoord -  rest - werkwoord: 
Wij zullen _______________________________
Jij moet ____________________________________
Hij zal ______________________________________
Ik ga _______________________________________
Wij mogen _________________________________________
Zij kunnen ________________________________________

Zeg tegen je buurman of buurvrouw.

Slide 18 - Slide

volgorde> 1. wanneer
Ik ga vandaag fietsen.
Vandaag .............................
Wij zullen morgen zwemmen.
Morgen....
De kinderen slapen in het weekend lekker lang.
In het weekend...................

Slide 19 - Slide

Dit is het antwoord. Wat is de vraag?
  1. Mijn ouders wonen in Enkhuizen.
  2. Ik eet heel graag pizza met champignons.
  3. Soms, maar ik ga liever hardlopen. 

Slide 20 - Slide

Maak een zin met:
WANT

Ik ga naar school, want............
Ik ga vasten, want.........................
Ik vind haar lief, want..........................

Slide 21 - Slide

Maak een zin met..
OMDAT

Ik ga naar school, omdat..........
Ik ga vasten, omdat...........
Ik vind haar lief, omdat................

Slide 22 - Slide

Zinnen met MAAR en ALS
Ik ga naar mijn werk, maar.................
Wij maken ons huiswerk, maar............................

Als ik groot ben, ...........
Ik ga werken, als.......................

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Mind map

Goedemiddag klas 3
Wat gaan we doen? 
1. toets WT 17 bespreken
2.Lied luisteren en woorden invullen
3.Kahoot over sporten


Wat ga je leren? *Je kunt luisteren naar een tekst en de woorden invullen.
*je weet
Hoe is het gegaan

Nodig:
etui
Leesboek

vrijdag 11 april 2025

Slide 25 - Slide

Vul de goede vorm in
  1. spelen     Hij ............................. vroeger veel met autootjes.
  2. spelen     Zij hebben de hele middag in het water ..................................
  3. bereiken Ik ...................................  over twee jaar mijn doel.
  4. bereiken  Door hard werken heeft zij de top ............................................
  5. samenwerken    Wij ............................................................... vorig jaar goed ................................
  6. samenwerken    Ik .................................. morgen .......................................... met mijn vriendin.
  7. zingen        Hij ................................................. toen wij 3 jaar was, altijd liedjes.
  8. zingen        Zij hebben voor hun moeder een mooi lied .................................................
  9.  uitvoeren   ik heb een lied ..........................................
  10. houden van   Zij .........................................veel van haar man (nu, VTT).

Slide 26 - Slide

Een hekel hebben aan...
Waar heb jij een hekel aan?
Ik heb een hekel aan.................................

Slide 27 - Slide

(uitstappen)
A

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Voorkant / kaft
-naam, klas, mentor
-foto van jezelf
-foto's of afbeeldingen van je hobby's, talenten: alles wat bij jou hoort!
-in word of powerpoint maken.
Klaar? > Delen met a.langedijk@atlascollege.nl

Slide 30 - Slide

Woordenschrift
  • elke dag minimaal 10 nieuwe woorden in opschrijven:
  • zo opschrijven:
vrijdag 28 febr:
1.Stoppen   - eigen taal
2. .......
  • Na les NT2, biologie, economie, nask, mem.....alles kan!!
  • Waarom?  A2: 2000 woorden kennen. B1: 4500 woorden kennen. Je hebt dus heel veel nieuwe woorden nodig.

Slide 31 - Slide