Wat gaan je deze les leren (lesdoel); nieuwe woorden
Uitleg theorie, instructie opdrachten;
Zelfstandig werken aan opdrachten;
Lesafsluiting: evaluatie les, huiswerk, volgende les.
Lesprogramma
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Typische toetsvraag
2. De persoonsvorm staat in het … .
A enkelvoud
B meervoud
1 In deze zin is .. de persoonsvorm.
A. meisje
B. eten
C. erg
D. houdt
3. De stam van het werkwoord houden is … .
Het meisje houdt erg van eten.
Slide 3 - Slide
Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.
Kunnen
Waarom een grote woordenschat belangrijk is. (1)
Nieuwe schooltaalwoorden, woorden uit teksten (1)
Je weet wat synoniemen zijn (2)
Het stappenplan moeilijke woorden gebruiken. (1)
Je kunt je taalgebruik aanpassen aan de situatie en het publiek. (2)
Weten
Slide 4 - Slide
Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.
Vooral jongeren voelen zich erg ... als zij onderweg internet niet kunnen ... De helft van de 18- tot 24-jarigen voelt zich helemaal verloren als ze ... online kunnen gaan.
Woordenschat - wat staat hier?
90%
Slide 5 - Slide
Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.
De betekenis van de woorden van Over Taal moet je leren (voor de toets).
Hoe zorg je ervoor dat je straks een handig rijtje van de (juiste!) betekenissen hebt?
Voordat je begint...
Slide 6 - Slide
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.
Uitleg Stappenplan moelijke woorden (blz. 33)
1.
Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd.
2.
3.
4.
Kijk naar bekende stukjes in het woord.
Kijk naar de plaatjes bij de tekst.
Vraag de betekenis of zoek op in het woordenboek.
Slide 7 - Slide
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.
Woorden die hetzelfde betekenen noem je synoniemen.
Bijvoorbeeld:
smerig en vies
snel en vies
Uitleg synoniem
Slide 8 - Slide
Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).
Steen in de vijver
Synoniem?
Slide 9 - Slide
Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).
Woorden die je prima tegen een vriend of vriendin kunt zeggen, zijn misschien onbeleefd als je tegen een docent praat.
Zorg dus dat de woorden die je gebruikt, bij de situatie passen en bij de persoon met wie je schrijft of praat (publiek).
Beleefd of onbeleefd?
Slide 10 - Slide
Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).
Zelfstandig werken
Lees
1.12 Kijk naar taal (blz. 33)
Maak
5, 6, 7, 9, 10
Hoe
1. alleen en in stilte 2. klassikaal 3. schoudermaatje
Tijd
1. 5 min. 2. 5 min 3. 10 min.
Klaar
Lezen in je leesboek / iets voor jezelf doen in stilte
Resultaat
Klassikaal bespreken
timer
20:00
Slide 11 - Slide
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.
Een werkgever mag je niet zomaar ontslaan.
werkgever = …
A buurtcentrum met veel activiteiten
B verzekering waarvoor je geld betaalt
C lid van het gemeentebestuur
D bedrijf waarbij mensen werken
Leerdoel gehaald?
Slide 12 - Slide
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.
Wat ging goed, wat kan anders?
Evaluatie en huiswerk
Huiswerk:
Over taal blok 1: af
Nakijken eerder huiswerk met nakijkblad
Volgende les
Lezen blok 1
Slide 13 - Slide
Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.