5.2 Baas boven baas

5. Steden en Staten



5.2 Baas over baas
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5. Steden en Staten



5.2 Baas over baas

Slide 1 - Slide

Herhaling 
  1. Welke veranderingen zijn er in de landbouw en hoe zorgen die voor groei van de handel en het ontstaan van steden (kunnen uitleggen).
  2. Waarom zijn er gilden? (kunnen herkennen in tekstbronnen waar een gilde voor zorgt).
  3. Voorbeelden kunnen noemen van ambachtslieden
  4. Hoe verliep je carrière in een gilde? (kunnen uitleggen)
  5. Wat was de Hanze en waarom zou je als stad daarbij willen horen? (kunnen uitleggen) 




Slide 2 - Slide


Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz


Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Als je goed genoeg was, moest je de ????
afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 5 - Quiz

Wat is een Hanze?
A
Een jaarmarkt in steden van Nederland en Duitsland.
B
Een groep steden die veel met elkaar handelden.
C
De belasting die kooplieden moesten betalen.
D
Een vereniging van mensen met hetzelfde ambacht.

Slide 6 - Quiz

Noem de voordelen van de Hanze

Slide 7 - Open question

Lees onderstaande vier zinnen over de gilden.

A Alle mensen in een gilde hadden hetzelfde beroep.
B Gezellen konden na hun meesterproef meester worden
C Lidmaatschap van een gilde was niet verplicht.
D Het gildesysteem wilde zoveel mogelijk leerlingen tot meester maken.

Welke is of welke zijn juist?
A
A en B
B
Alleen A
C
B en C
D
A en D

Slide 8 - Quiz

Leervragen 
  1. Kunnen uitleggen waarom Floris V populair is bij de boeren, maar wordt vermoord door de edelen.
  2. Hoe en waarom krijgen steden stadsrechten? Voorbeelden kunnen noemen van stadsrechten.
  3. Hoe zag het stadsbestuur eruit van een Middeleeuwse stad?
  4. Uit kunnen leggen wat lijfstraffen zijn en voorbeelden kunnen noemen.
  5. Verschil en overeenkomsten kunnen uitleggen tussen bestuur van een stad vroeger en een gemeente nu.  




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Floris V (1)
  • Graaf van Holland en Zeeland. 
  • Veroverde grote stukken land  
  • Floris geeft boeren meer macht, het land wat ze ontginnen kregen de boeren zelf. Dit deden ze in ruil voor geld dat werd gegeven aan Floris.
  • Hierdoor kregen edelen minder macht en geld.

Slide 11 - Slide

De Nederlanden

  • Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen
  • Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.
  • In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas
  • Hij maakte de wetten
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 12 - Slide

Hieronder zie je de Middeleeuwse namen van steden staan. Sleep ze naar de juiste plek in de kaart.
Masetrieth
Daventre portu
Amestelledamme
Trecht
Gouwe

Slide 13 - Drag question


Blij met de stad! (2)
  • Alle inwoners van een graafschap moesten gehoorzaam zijn aan de heer.
  • Ook de inwoners van steden, maar die wilden liever eigen baas zijn
  • De heer vond een machtige en rijke stad helemaal niet erg: al die rijkdom!
  • De inwoners van de stad en heer maken afspraken, vastgelegd in stadsrechten
De stad Dordrecht kreeg in 1220 stadsrechten van graaf Willem I van Holland. Daarmee is het één van de oudste steden van Nederland

Slide 14 - Slide

Stadsrechten(2)
Een stad kreeg zijn eigen stadsrechten in ruil voor de volgende punten.
  1. Belasting betalen aan de Heer.
  2. Deel van de boetes afstaan.
  3. Bij oorlog de Heer helpen door soldaten of goederen te leveren.

Slide 15 - Slide

De Pest 
  • Epidemie die uitbrak in 1347.
  • Schatting 75 tot 200 miljoen doden.
  • Werd door velen gezien als een straf van God.
  • De ziekte kon zich goed verspreiden door de stad.
  1. Geen riolering. 
  2. Rotzooi op straat gegooid. 
  3. Er werd niet veel opgeruimd. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video


Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen
  • De stad mag zelf rechtspreken, maar een ambtenaar (de schout) van de heer moet wel aanwezig zijn en een deel van de boetes is voor de heer

  • De inwoners van een stad waren vrije poorters (geen bezit van de heer)
  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen

Slide 18 - Slide


Wie is de baas? (3)
  • De schout is de plaatsvervanger van de heer in de stad bij de rechtspraak
  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf.
  • Ze kregen advies van een raad.
  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.
  • Schout, schepenen en burgemeester(s) kwamen vaak uit de rijkste families 

Slide 19 - Slide


Straffen in de Middeleeuwen (4)
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Klik op de hotspots en sleep de straffen en de gezegden naar de juiste plek in de afbeelding.
Een gruwelijk goede opdracht!
Hand afhakken
Geselen
Ogen uitsteken
In het water gooien
Ophangen
Op de brandstapel
Onthoofden
"Iemand de ogen uitsteken."
"Hij voelt zich geradbraakt."
"Ik maak hem een kopje kleiner."
" Zij werd op de pijnbank gelegd."
"Ze legden hem het vuur aan de schenen."
"Dat doet hem de das om."

Slide 22 - Drag question

Staatsinrichting (6)
Tegenwoordig wordt een dorp of stad bestuurd door een gemeenteraad.

  1. Iedere 4 jaar gekozen 
  2. Iedereen ouder dan 18 mag stemmen 

Burgermeester leidt de vergadering van de gemeenteraad

Wethouders worden gekozen door de gemeenteraad. Ze voeren de plannen uit van de gemeente

Slide 23 - Slide


Hij is de baas van de schepenen
A
Schout
B
Burgemeester
C
Rechter
D
Jury

Slide 24 - Quiz


De schout is de plaatsvervanger van de ... in de stad
A
Burgemeester
B
Heer
C
Rechter
D
Politie

Slide 25 - Quiz


Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 26 - Quiz