diagnostische toets formuleren

Diagnostische toets Formuleren

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Diagnostische toets Formuleren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Op zijn woord zou ik Jan-Pieter al heel lang niet meer op vertrouwen.

In deze zin is sprake van:
A
onjuiste herhaling
B
dubbele ontkenning
C
contaminatie
D
tautologie

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Ik snap niet hoe je durft te ontkennen dat je er niets van hebt geweten.


In deze zin is sprake van:
A
onjuiste herhaling
B
pleonasme
C
tautologie
D
dubbele ontkenning

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De kinderen dreven op een houten boomstam in het heldere, lauwwarme water.

In deze zin is sprake van:
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
onjuiste herhaling

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hij moet weliswaar uren langer studeren, maar zijn nieuwe studie bevalt hem echter stukken beter.

In deze zin is sprake van:
A
pleonasme
B
onjuiste herhaling
C
tautologie
D
contaminatie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Janine had haar spreekbeurt slecht voorbereid, ze bakte er een potje van.

In deze zin is sprake van:
A
pleonasme
B
onjuiste herhaling
C
tautologie
D
contaminatie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hij gaf zijn vriendin, .................. hij twee jaar verkering had, een ring.

Kies het correcte verwijswoord.
A
waarmee
B
met wie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het mooiste cadeau, ................... ik voor mijn verjaardag kreeg, was een nieuwe fiets.

Kies het correcte verwijswoord.
A
dat
B
wat
C
die
D
deze

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Het bestuur heeft ..................... leden uitgenodigd voor de jaarvergadering.

Kies het correcte verwijswoord.
A
zijn
B
haar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Zou je morgen deze cadeaubon aan hun / hen willen geven?

Kies het correcte verwijswoord.
A
hun
B
hen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Het enige ....................... telt, is dat je goed je best doet.

Kies het correcte verwijswoord.
A
wat
B
dat
C
die
D
deze

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Mijn moeder snapt niet dat wanneer zij aardappelen met spruiten kookt, ik ervoor kies om bij mijn vriend te eten.

Van welke fout is er sprake in bovenstaande zin?
A
dat/als
B
incongruentie
C
foutieve beknopte bijzin
D
foutieve samentrekking

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De spelers van ons elftal werden gevraagd om zondag een vriendschappelijke wedstrijd tegen het G-team te spelen.


Van welke fout is er sprake in bovenstaande zin?
A
dat/als
B
incongruentie
C
foutieve beknopte bijzin
D
foutieve samentrekking

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Huppelend van plezier, bekeek een lachende opa zijn kleindochter op de speelplaats.


Van welke fout is er sprake in bovenstaande zin?
A
foutieve samentrekking
B
foutieve beknopte bijzin
C
dat/als
D
incongruentie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Dat boek vond ik niet duur maar leek me te saai.


Van welke fout is er sprake in bovenstaande zin?
A
foutieve samentrekking
B
foutieve beknopte bijzin
C
dat/als
D
incongruentie

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Tien procent van de leerlingen maken deze opdrachten foutloos.

Van welke fout is er sprake in bovenstaande zin?
A
foutieve samentrekking
B
onjuiste beknopte bijzin
C
dat/als
D
incongruentie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Verbeter de volgende zin:

Er is niets dat ik verkeerd heb gedaan en toch kreeg ik een vier voor mijn werk.

Slide 17 - Open question

onjuist verwijswoord (2.1) niets wat
Verbeter de volgende zin:

Vermoedelijk moet je hem waarschijnlijk een handje helpen.

Slide 18 - Open question

tautologie (1.2) vermoedelijk of waarschijnlijk
Verbeter de volgende zin:

Ik heb er nog niets over gehoord, de media loopt weer achter de feiten aan.

Slide 19 - Open question

incongruentie (3) de media lopen
Einde
Klik rechtsonder op 'X' en vervolgens op 'lever in'.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions