- Je kunt de 3 beroepssectoren benoemen. En bij elk voorbeelden te geven.
- Je kunt het verschil tussen arbeidsintensief en kapitaal intensief uitleggen.
- Je weet welke sector kapitaalintensief is en kan uitleggen waarom dat zo is.
- Je weet waarom geld een steeds belangrijker rol bij het produceren van goederen is gaan spelen.
- Je kunt uitleggen waarom mensen in arme landen vooral in de landouw werken.
- Je kunt uitleggen waarom er steeds meer werk in de dienstensector komt.
- Je weet welke factorenbelangrijk zijn voor de vestiging van industrie en andere bedrijven.