Bk1 unit 2 recap grammar - flex

Good morning class; laptops and notebooks please!
Today:

In the front = extra grammar
In the middle = I'm not sure
In the back  = I'm confident about my grammar
2.2 recap for the test!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Good morning class; laptops and notebooks please!
Today:

In the front = extra grammar
In the middle = I'm not sure
In the back  = I'm confident about my grammar
2.2 recap for the test!

Slide 1 - Slide

Goal: 
Na deze les weet ik hoe ik in het Engels woorden in het meervoud moet zetten.
Ook weet ik wat de uitzonderingen zijn.

Slide 2 - Slide

Meervoud in het Engels
Als je het over meer hebt dan één, dan voeg je bij de meeste woorden een -s toe:
(geen `s)

one boy two boys
one dog two dogs
one apple two apples

Slide 3 - Slide

LET OP!
Bij meervoud GEEN 's!

Slide 4 - Slide

Zet teacher
in het meervoud.

Slide 5 - Open question

Hoe zou je het woord 'PHOTO'
in de meervoudsvorm zetten?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

En het woord 'LADY'?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

En hoe zou je 'BRUSH' in het meervoud zetten?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Hoe zou je het woord 'KNIFE' in het meervoud zetten?

Slide 12 - Open question

irregular plurals= onregelmatige meervoudsvormen

Slide 13 - Slide

It’s Kahoot time!

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Slide

Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord TREE
A
trees
B
tree's

Slide 18 - Quiz

Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord SUNFLOWER
A
sunflower's
B
sunflowers

Slide 19 - Quiz

Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord BUTTERFLY
A
butterflys
B
butterflies

Slide 20 - Quiz

Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord CHILD
A
children
B
childs

Slide 21 - Quiz

Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord BABY
A
baby's
B
babies

Slide 22 - Quiz

Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord FOX
A
foxs
B
foxes

Slide 23 - Quiz

Geef de juiste meervoudsvorm
van het woord FIREMAN
A
firemans
B
firemen

Slide 24 - Quiz

Do you get the plural?
A
Yep, easy
B
No, not at all
C
A little bit
D
I can teach it!!!

Slide 25 - Quiz

Extra oefenen met 
meervoud?



Slide 26 - Slide

Homework/ Studytime 
> § 2.5 all exercises online ( check
Magister for the specifics)

Ready? Test jezelf/ versterk jezelf
Quizlet! >>>>> Study for your test!


Slide 27 - Slide