Les 3 Romp, Bovenste extremiteiten, onderste extremiteiten.

Les 3 Romp, bovenste en onderste extremiteiten. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Les 3 Romp, bovenste en onderste extremiteiten. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Leerdoelen
  • Je kan benoemen welke botten behoren tot de romp.
  • Je kan benoemen welke botten behoren tot de bovenste extremiteit.
  • Je kan benoemen welke botten behoren tot de onderste extremiteit.

Slide 3 - Slide

Romp
De romp bestaat uit de borstkas en de wervelkolom.
Borstkast bestaat uit:
  • het borstbeen
  • twaalf borstwervels
  • twaalf paar ribben.


Slide 4 - Slide

Borstbeen
  • Plat beenstuk
  • bestaat uit 3 delen: 
  1. Handvat
  2. Lichaam
  3. Zwaardvormig aanhangsel

Slide 5 - Slide

Borstwervels
  • Onderdeel van de wervelkolom en van de borstkas.
  • 12 borstwervels 
  • Ribben zijn aan dit deel van de wervelkolom verbonden.  

Slide 6 - Slide

Ware en valse ribben
  • 7 bovenste paren zijn ware ribben, zijn met glasachtig kraakbeen verbonden met het borstbeen.
  • 5 onderste paren zijn de valse ribben, deze zijn niet direct verbonden met het borstbeen. 

Slide 7 - Slide

Wervelkolom
Ook wel ruggengraat genoemd. Heeft de vorm van twee S-en die boven elkaar geplaatst zijn.
Bij pasgeboren baby's is de wervelkolom bijna recht. 

- Bovenaan verbonden met het hoofd.
- In het midden verbonden met de ribben 
- Onderaan verbonden met het bekken.

Functies:
  • Stevigheid geven aan de romp
  • Het ruggenmerg beschermen
  • beweging van de romp mogelijk maken

Slide 8 - Slide

Wervel
Een wervel bestaat uit: 
  • Doornuitsteeksel
  • Twee dwarsuitsteeksels (spieren en banden aan verbonden)
  • Wervellichaam (voorzijde)
  • Wervelboog (achterzijde)
  • Wervelgat (opening tussen wervellichaam en de wervelboog)
  • Vier gewrichtsvlakken (contactpunten met de wervel erboven en de wervel eronder)

Slide 9 - Slide

Opbouw wervelkolom
  • Zeven halswervels: verbonden door gewrichten en tussenwervelschijven. Verbindingen zijn beweeglijk en worden verstevigd door ligamenten. 1e halswervel: Atlas, 2e halswervel: draaier.
  • Twaalf rug of borstwervels: verbonden door gewrichten en tussenwervelschijven. Verbindingen zijn beweeglijk en worden verstevigd door ligamenten. Ook verbonden met ribben daarom onderdeel van wervelkolom en borstkas.
  • Vijf lendenwervels: verbonden door gewrichten en tussenwervelschijven. Verbindingen zijn beweeglijk en worden verstevigd door ligamenten
  • Vijf heiligbeenwervels: Met elkaar vergroeid, niet beweeglijk met elkaar verbonden.
  • Vier staartbeenwervels:  Met elkaar vergroeid, niet beweeglijk met elkaar verbonden. Vormen samen het staartbeen, waar veel zenuwuiteinden in zitten. Sommige mensen hebben 4 wervels anderen drie.

Slide 10 - Slide

Bizonbult: de zevende halswervel heeft een groter doornuitsteeksel. Als vet zich hierom heen vastzet ontstaat er een bult in de nek. Bij massages en behandelingen is het belangrijk om hier aandacht aan te besteden. Door massage kan de doorbloeding worden verbeterd

Wervelkanaal: de wervels liggen allemaal boven elkaar. Hierdoor vormen de wervelgaten een kanaal. Hier lopen zenuwen naar de bekkengordel en onderste extremiteit. Kanaal eindigt bij de laatste heiligbeenwervel.

Atlas: Bovenste wervel, draagt het hoofd. Zorgt ervoor dat we Ja knikken.
Draaier: tweede halswervel.  Zorgt samen met de atlas voor het nee schudden.

Slide 11 - Slide

Maken opdracht 5

Slide 12 - Slide

Bovenste extremiteit
Verzamelnaam voor armen, handen en schoudergordel.

Schoudergordel bestaat uit 4 botten:
  • Twee schouderbladen en twee sleutelbenen.
De schouder verbindt de armen met de romp. Het opperarmbeen is door het schoudergewricht verbonden met het schouderblad.
  • Schouderblad: Plat bot, licht tegen de achterkant van de borstkas aan. Bevat een schouderbladkam (paars), schoudertop (geel) Bevinden zich beide aan de achterkant van het schouderblad. Het ravenbekuitsteeksel (blauw) bevindt zich aan de voorkant. De schouderkom vormt samen met het opperarmbeen het schoudergewricht. 
  • Sleutelbeen: is een s-vormig pijpbeen. Buitenste uiteinde is verbonden aan
de schoudertop, het andere uiteinde is verbonden met het borstbeen (dit 
gedeelte is vooral goed te zien bij mensen. 

Slide 13 - Slide

Bovenste extremiteit
Arm bestaat uit bovenarm, de onderarm en de hand. 
  • Opperarmbeen (bovenarm): (roze) Lang pijpbeen, vormt samen met schouderblad het schoudergewricht. 
  • Spaakbeen:(blauw) ligt aan de duimzijde van de onderarm. Doormiddel van een rolgewricht verbonden met de ellepijp. Aan de voorzijde zit de spaakbeenknobbel dit is het aanhechtingspunt van de biceps (spierbal).
  • Ellepijp: ligt aan de pinkzijde van de onderarm. Verbonden doormiddel van een rolgewricht met het spaakbeen. Hierdoor kan de hand draaien. De ellepijp loopt bij het ellebooggewricht uit in de elleboogpunt. Dit is een aanhechtingsplaats voor de triceps. 


Slide 14 - Slide

Bovenste extremiteit
Hand bestaat uit veel beenderen: 
  • 8 handwortelbeentjes: Onregelmatige beenderen, kleinste handwortelbeentjes
zijn sesambeentjes, handwortelbeentjes onderling vormeneen straf gewricht. 
  • 5 middenhandsbeentjes: Pijpbeenderen (kort), grootste deel van de handpalm
     Knokkels als je een vuist maakt zijn de uiteinden van de middenhandsbeentjes.
  • 14 vingerkootjes: Pijpbeenderen (kort) met elkaar verbonden d.m.v. scharniergewrichten.

Slide 15 - Slide

Maken opdracht 5B

Slide 16 - Slide

Onderste extremiteiten
  • Bekkengordel:  opgebouwd uit het heiligbeen, staartbeen, schaambeenvoeg en twee heupbeenderen.  Het heupbeen is een vergroeiing van het zitbeen, darmbeen en schaambeen. 
Functies bekkengordel: 
  • Organen in de buikholte beschermen
  • Steun geven aan het lichaam en organen
  • Oorsprong plaats bieden voor spieren
  • Aanhechtingsplaats bieden voor spieren 

Slide 17 - Slide

Bekkengordel
Darmbeen (blauw): onderdeel van het heupbeen. 
Schaambeen (geel): onderdeel van het heupbeen. Vormt samen met het zitbeen het bekken. 
Zitbeen (oranje): onderdeel van het heupbeen. Vormt samen met schaambeen het bekken.
Heiligbeen (paars): bestaat uit aan elkaar vergroeide wervels
Staartbeen (rood): bestaat uit 3 a 4 vergroeide wervels
Schaambeenvoeg (groen): bestaat uit kraakbeen verbindt beide
schaambeenderen.



Slide 18 - Slide

Been
  • Kuitbeen: ligt aan de achterkant van het been. Vormt de buitenenkel. 
  • Scheenbeen: ligt aan de voorkant van het been. D.m.v. bindweefselvlies verbonden met het kuitbeen. Vormt de binnen enkel.
  • Knieschijf: grootste sesambeen. 
  • Dijbeen: grootste pijpbeen. Kop van het dijbeen vormt samen met het heupbeen het heupgewricht. 
Scheenbeen en dijbeenknobbel vormen samen het kniegewricht (scharniergewricht). 

Slide 19 - Slide

Voet
  • 7 voetwortelbeentjes: Hielbeen is het grootste voetwortelbeen
  • 5 middenvoetsbeentjes: Kleine pijpbeenderen, vormen samen met de teenkootjes scharniergewricht
  • 14 teenkootjes: grote teen heeft 2 teenkootjes andere tenen bestaan uit 3 teenkootjes. 

Slide 20 - Slide

Maken opdracht 5C

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat vinden jullie van de anatomie lessen zover?
Zijn er dingen die je liever anders ziet?

Slide 23 - Open question