Uitscheiding

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

programma

Uitleg uitscheiding

samen oefenen leg uit vragen

zelfstandig oefenen

uitscheiding

Wat is er te zien op deze afbeelding?

uitscheiding

1. Uitscheiding = stoffen verlaten het inwendige milieu van het lichaam (stoffen gaan uit je bloed/ cellen naar de buitenwereld)
2. Uitscheiding gaat via: plassen/ poepen/ zweten/ uitademen (en overgeven dan?!)

uitscheiding

Urine wordt gemaakt door de nieren.

Urine = afvalstoffen (geel van kleur) + overtollig water

Je hebt 2 nieren (rugzijde bovenin buikholte). 

Een nier bestaat uit: 

Nierschors: verwijderd afvalstoffen en overtollig water uit bloed 

Niermerg: verwijderd afvalstoffen en overtollig water uit bloed 

Nierbekken: verzameld urine en geeft deze door aan de urineleider. 

Urineleider: vervoert gemaakte urine naar blaas.

Uitscheiding

1. Hoe zou het aanvoerende bloedvat naar de nieren heten? (brengt zuurstof vanaf het hart naar de nieren). 
2. Tot welke bloedsomloop behoort dit bloedvat (grote of kleine bloedsomloop?) 

nierslagader

grote bloedsomloop.

uitscheiding

1. Waarom hebben mannen een kleinere kans op een blaasinfectie dan vrouwen? 
2. Leg uit waarom een hoogzwangere vrouw vaak naar de wc moet.  

oefening. 

1a. Soms is urine licht van kleur, soms donker.

Als je veel water hebt gedronken, produceren de nieren dan veel of weinig urine?  Leg je antwoord uit.

1b. Is de kleur van urine licht of donker als je veel water hebt gedronken? Leg je antwoord uit.

De nieren produceren veel urine omdat de nieren overtollig water uit het bloed halen. 

of

De nieren hebben als taak overtollig water uit het bloed te halen daarom maken ze veel urine

afsluiting

Waarom wordt bij een doping controle urine gebruikt?

zelfstandig

Lezen basisstof 3.4 uitscheiding. 

oefenen met de volgende opdrachten: 

1-2-3-7-8

Wat niet af is wordt huiswerk.