2021-01-14 Werkwoorden Kapitel 4A (herhaling)

Grammatik A Kapitel 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatik A Kapitel 4

Slide 1 - Slide

Normale werkwoorden
Sleep de uitgang van het werkwoord naar het juiste persoonlijk voornaamwoord

Slide 2 - Slide

ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie/ Sie
+ t
+ en
+ e
+ en
+ t
+ st

Slide 3 - Drag question

Werkwoorden op -s, -z, -x, -ẞ
Sleep de uitgang van het werkwoord naar het juiste persoonlijk voornaamwoord

Slide 4 - Slide

ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie/ Sie
+ t
+ en
+ e
+ en
+ t
+ t

Slide 5 - Drag question

(beleben) du...
A
belebe
B
belebst
C
belebt
D
beleben

Slide 6 - Quiz

(spielen) er ...
A
spiele
B
spielst
C
spielt
D
spielen

Slide 7 - Quiz

(reisen) sie (mv)
A
reise
B
reisest
C
reist
D
reisen

Slide 8 - Quiz

(gehen) sie (ev)
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen

Slide 9 - Quiz

(heiẞen) wir ...
A
heiẞe
B
heiẞest
C
heiẞt
D
heiẞen

Slide 10 - Quiz

(kommen) ihr ...
A
komme
B
kommst
C
kommt
D
kommen

Slide 11 - Quiz

(schreiben) ich ...
A
schreibe
B
schreibst
C
schreibt
D
schreiben

Slide 12 - Quiz

(wohnen) es ...
A
wohne
B
wohnst
C
wohnt
D
wohnen

Slide 13 - Quiz

(lieben) Sie ...
A
liebe
B
liebst
C
liebt
D
lieben

Slide 14 - Quiz