koop op afstand, koop buiten verkoopruimte (colportage).
1 / 36
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1
This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
vorige week: de koopovereenkomst
de plichten van de koper en van de verkoper
conformiteit
fabrieksgarantie <=> wettelijke garantie
consumentenkoop
koop op afstand, koop buiten verkoopruimte (colportage).
Slide 1 - Slide
in welk wetboek is de koopovereenkomst geregeld?
Slide 2 - Open question
art. 7: 1 BW
koop = de overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om zaak te geven en de andere partij daarvoor betaalt
Slide 3 - Slide
wat is een "koopovereenkomst op afstand"?
A
een roerende zaak kopen in een andere stad
B
een roerende of een onroerende zaak kopen in een andere stad
C
via een communicatiemiddel een zaak kopen
Slide 4 - Quiz
overeenkomst op afstand
geldt voor koop èn dienst => communicatie op afstand
(telefoon, website, catalogus etc.)
=> informatieplicht verkoper
=> afkoelperiode 14 dagen
art. 6: 230g sub e BW
Slide 5 - Slide
wat is een "koop buiten verkoopruimte"?
A
een zaak kopen in de open lucht, bijvoorbeeld in een tuincentrum
B
een zaak kopen bij iemand die bij jou thuis aanbelt
C
een zaak kopen bij een webshop
Slide 6 - Quiz
overeenkomst buiten verkoopruimte (colportage)
=> waarde > € 50
informatieplicht + afkoelperiode 14 dagen
art. 6: 230g sub f BW
Slide 7 - Slide
Is de koopovereenkomst: 1. een benoemde of onbenoemde overeenkomst? 2. overeenkomst om baat of om niet? 3. eenzijdig of wederkerig? 4. formeel of vormvrij?
Slide 8 - Open question
koopovereenkomst
1. benoemde overeenkomst => staat geregeld in Boek 7 BW
2. om baat => beide partijen leveren reële tegenprestatie
3. wederkerig => beide partijen hebben verplichtingen
4. hangt er van af => meestal vormvrij maar soms formeel (voorbeeld: onroerende zaak, hypotheek)
Slide 9 - Slide
vandaag: de koopovereenkomst => verdieping
leerdoelen: je kan
de verplichtingen van de verkoper en van de koper benoemen
de begrippen levering, aflevering en conformiteitseis uitleggen
onderscheid maken tussen een "soort zaak" en een "bepaalde zaak
het begrip "verzuim" uitleggen
vertellen wat je kan doen als de verkoper niet (goed) aan presteert
Slide 10 - Slide
huis kopen
welke drie verplichtingen heeft verkoper?
antwoord staat in de wet!
Hoe zoek je?
Slide 11 - Slide
welke drie verplichtingen heeft de verkoper van een onroerende zaak?
Slide 12 - Open question
verplichtingen verkoper
art. 7: 9 BW en verder
1. eigendom overdragen
=> notariële akte + Kadaster
2. afleveren => bezitsverschaffing => sleutels
3. conformiteit (art. 7: 17 BW)
Slide 13 - Slide
art.7: 17 BW: conformiteit
de zaak is in overeenstemming met redelijke verwachtingen van consument
anders gezegd:
de zaak voldoet aan redelijke verwachtingen van consument
Slide 14 - Slide
welke verplichtingen heeft verkoper van roerende zaak?
Slide 15 - Slide
welke verplichtingen heeft verkoper van roerende zaak?
1. eigendom overdragen
2. afleveren => bezitsverschaffing
3. conformiteit (art. 7: 17 BW)
1 + 2 vallen vaak samen
Slide 16 - Slide
wat verstaat de wet onder een consument?
A
een rechtspersoon die bedrijfsmatig handelt
B
een natuurlijk persoon die beroepsmatig of bedrijfsmatig handelt
C
een natuurlijk persoon die niet beroepsmatig of bedrijfsmatig handelt
D
een rechtspersoon die niet bedrijfsmatig handelt
Slide 17 - Quiz
art. 7: 5 BW
consument => natuurlijk persoon die niet bedrijfsmatig of beroepsmatig handelt
consumentenkoop => koop van roerende zaak door consument bij een professionele verkoper
Slide 18 - Slide
mr. Weski koopt nieuwe eettafel voor thuis => consument
mr. Weski koopt hoog-laag tafel voor kantoor => beroepsmatig
Slide 19 - Slide
oldtimer
Audi TT
verplichting verkoper: welke auto moet hij leveren?
Slide 20 - Slide
een bepaalde zaak (uniek)
een soort zaak
verplichting verkoper: welke auto moet hij leveren?
Slide 21 - Slide
leveringsplicht verkoper
Art. 7: 17 lid 3 BW:
bepaalde zaak => verkoper moet die zaak leveren
soort zaak => verkoper moet een zaak van die soort leveren
Slide 22 - Slide
fotograaf Martin Parr
foto 1
fotograaf Martin Parr
foto 2
Slide 23 - Slide
In een winkel ziet Anna foto 1 van Martin Parr. Anna koopt foto 1. De winkelier levert foto 2 van Martin Parr aan Anna. De winkelier vindt dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan want: "je hebt een foto van een vrouw op het strand gekocht van Martin Parr".
Voldoet de winkelier aan zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst?
A
ja, want het is een soort zaak namelijk een foto van een vrouw op het strand
B
ja, want het gaat om de fotograaf en daar voldoet de geleverde foto aan
C
nee, Anna heeft een bepaalde foto gekocht. De winkelier moet die foto leveren
D
nee, bij een soort zaak heb je recht op levering daarvan
Slide 24 - Quiz
Wat kan Anna doen? Anna wil dat de winkelier alsnog foto 1 levert.
Schrijf de juridische stappen op die Anna kan nemen (4 minuten).
Slide 25 - Slide
wat raad jij Anna aan om te doen?
Schrijf het stap voor stap op (4 min)
Slide 26 - Slide
To do
winkelier vertellen dat hij toerekenbaar tekort schiet in nakoming van verplichtingen.
Hoe doe je dat?
Slide 27 - Slide
in gebreke => verplichting niet nakomen
in gebreke stellen => vertellen dat winkelier verplichting niet is nagekomen
Slide 28 - Slide
Wat moet in de ingebrekestelling staan?
Wat zegt de wet? Zoek op!
Slide 29 - Slide
art. 6: 82 BW: ingebrekestelling
= schriftelijke aanmaning waarbij een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld
anders gezegd:
= brief/mail => laatste poging om winkelier tot levering van
foto 1 te krijgen
Slide 30 - Slide
eisen aan ingebrekestelling (art. 6: 82 BW)
schriftelijk
termijn stellen voor nakoming
redelijke termijn
Slide 31 - Slide
gevolg van ingebrekestelling
=> na verstrijken van termijn raakt de winkelier in VERZUIM
=> wet verbindt gevolgen aan de toestand van verzuim
Slide 32 - Slide
toestand van verzuim
geeft verschillende mogelijkheden:
nakoming afdwingen bij rechter
eigen verplichting opschorten
ontbinding van de overeenkomst + terugbetaling aanbetaling
schadevergoeding
Slide 33 - Slide
de toestand van verzuim treedt in
A
als de wederpartij in verzuim is gesteld
B
als de wederpartij toerekenbaar tekort schiet
C
als de wederpartij na ingebrekestelling niet presteert