Oefentoets H4 Getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

H4 Getallen

Oefentoets

Wat is de waarde van het cijfer 3?
5371,8

1. 3 x 1 = 3
2. 3 x 10 = 30
3. 3 x 100 = 300
4. 3 x 1000 = 3000

Wat is de waarde van het cijfer 1?
765,981

1. 1 x 1 = 1
2. 1 x 0,1 = 0,1
3. 1 x 0,01 = 0,01
4. 1 x 0,001 = 0,001

Welk getal is groter?
7,001 en 7,01

1. 7,001
2. 7,01

Welke waarde heeft het cijfer 8 in het getal 8 933 520?

Zet de decimale getallen op volgorde van groot naar klein.

Sleep het juiste cijfer v/d volgorde er naar toe.

10,103

10,03

9,989

10,001

9,099

9,859

9,99

  1

2

3

4

5

6

7

Schrijf de waarde op van het cijfer 3 in het getal 4325,67

81 is een veelvoud van 9

1. Waar
2. Niet waar

38 is een veelvoud van 6

1. Waar
2. Niet waar

Wat zijn de eerste 3 veelvouden van 11?

1. 11 - 12 - 13
2. 11 - 21 - 31
3. 11 - 22 - 33
4. 11 - 22 - 33 - 44

Schrijf alle delers op van 18.
Zet je antwoorden onder elkaar.

Wat zijn delers van 12?

1. 2, 3, 4, 6
2. 0, 2, 3, 4, 6
3. 2, 3
4. 1, 2, 3, 4, 6, 12

Schrijf in cijfers:
3,5 miljard
(met spaties)

Schrijf in cijfers:
7,84 miljoen
(met spaties)

8 is ...

1. Even
2. Oneven

71 is

1. Even
2. Oneven

Noem alle even getallen onder 10

Wat zijn de eerste 5 veelvouden van 3?

Rond het volgende getal af op honderdtallen:
679 150
(met spatie)

Rond af op 2 decimalen:
87,892

1. 87,89
2. 87,8
3. 87,90
4. 87,9

Rond af op 1 decimaal:
87,849

1. 87,85
2. 87,8
3. 87,84
4. 87,9

afronden op 2 decimalen:
4,56734

1. 4,56
2. 4,6
3. 4,567
4. 4,57

afronden op 1 decimaal
23,047

1. 23
2. 23,2
3. 23,0
4. 23,1

Bij contant geld rond je een bedrag af op veelvouden van ... cent.

1. 1
2. 2
3. 5
4. 10

Er gaan 106 leerlingen en 8 docenten mee op schoolreisje. In een bus passen 52 mensen. Hoeveel bussen zijn er nodig?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Welk getal hoort er onder de 6 in de verhoudingstabel?

1. 11
2. 12
3. 16
4. 24

Welk getal hoort er onder de 3 in de verhoudingstabel?

1. 10
2. 12
3. 21
4. 24

3 kg appels kosten €2,40.
Hoeveel kost 4 kg appels?

1. € 1,20
2. € 2,40
3. € 3,20
4. € 4,80

Voor 24 pakjes drinken
betaal je €12.
Hoeveel betaal je voor
5 pakjes drinken?

Is dit een verhoudingstabel? Leg je antwoord uit.

In een klas zitten 24 leerlingen. 18 leerlingen komen op de fiets naar school. Wat is de verhouding?

1. 18 staat tot 24
2. 6 staat tot 18
3. 3 staat tot 4

Schrijf de verhouding zo klein mogelijk!

1. 3:5
2. 9:15
3. 2:5
4. 18:30

Bij een slager betaal je 10 euro voor 2 kg vlees.

Het bedrag en het aantal kilo's vlees is in

 Je kan hier een                                        bij maken.

Sleep de juiste waardes in de verhoudingstabel:

gewicht in kg	2	20	8	16	4
bedrag	10

verhouding

verhoudingstabel

100

40

80

20

Welke tabellen zijn verhoudingstabellen?

1. tabel 1 en 3
2. tabel 2 en 3
3. tabel 2, 3 en 4
4. tabel 2 en 4

In de klas van Roos zitten 31 kinderen. De klas gaat varen en in elk bootje passen vier kinderen. Bereken hoeveel bootjes nodig zijn.

De kinderen krijgen ook allemaal een appel. In de zak zitten 6 appels. Hoeveel zakken zijn er nodig?
Schrijf je berekening op.

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?
56,0931