This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
4Km.Nsk1
Jas in de kluis
Mobiel in de bak
Spullen op tafel
Tas op de grond
2x spullen/huiswerk niet op orde => uur nakomen
Uit de les gestuurd => 9de uur nablijven
Na elke vakantie een schone lei
Slide 1 - Slide
VANDAAG
Herhaling 13.1 t/m 13.3
Quiz - 10 meerkeuze vragen
Volgende uur: Demo's Geluid
* Dansend geluid
* Afstand sportveld berekenen!
Slide 2 - Slide
VANDAAG
Herhaling 13.1 t/m 13.3
Quiz - 10 meerkeuze vragen
Slide 3 - Slide
Bron - medium - ontvanger
Bron
Tussenstof
Ontvanger
Slide 4 - Slide
Trillingen
Wat is de trillingstijd (T)?
De tijd die nodig is voor 1 trilling
Wat is frequentie (f)?
Hoeveel trillingen in 1 seconde
Wat is Amplitude?
Zegt hoe HARD of ZACHT een geluid is
Slide 5 - Slide
Trillingstijd/frequentie
Slide 6 - Slide
Wat is de trillingstijd en wat is de frequentie?
A
T = 12 ms
f = 1 : 12 = 0,083 Hz
B
T = 4,5 ms
f = 1 : 4,5 = 0,22 Hz
C
T = 12 ms
f = 1 : 0,012 = 83 Hz
D
T = 4,5 ms
f = 1 : 0,0045 = 222 Hz
Slide 7 - Quiz
Frequentiebereik mens & dier
Frequentiebereik mens: 20 - 20.000 Hz
Ultrasoon geluid => frequentiebereik boven de 20.000 Hz
Dit HOREN wij NIET !!!
vb. hondenfluitjes, echo's, reinigen van juwelen, lenzen, horloges ...
Slide 8 - Slide
Geluidssnelheid
Geluidssnelheid: snelheid waarmee het geluid zich door een medium verplaatst.
Geluidssnelheid is 343 m/s (20 graden Celsius)
Afhankelijk van temperatuur en medium
Slide 9 - Slide
geluidssnelheid
Rekenopdracht:
De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen uitzenden en ontvangen van de puls zit 0,80 s.
Bereken hoe diep de zee is?
Gegevens, gevraagd, formule,
uitwerking en antwoord!!
Slide 10 - Slide
geluidssnelheid
Uitwerking rekenopdracht:
Gegevens:
geluidssnelheid zeewater = v = 1510 m/s
tijd (heen-terug) = 0,80 s
tijd (heen of terug) = t = 0,40 s
Gevraagd:
afstand = s = ? m
formule
s = v x t
uitwerking/antwoord
s = 1510 x 0,40 = 604 m
Slide 11 - Slide
Rekenen met Decibel
Als geluidsenergie verdubbelt, neemt het geluidsniveau toe met 3 dB
regel geldt alleen voor geluidsbronnen die ongeveer evenveel geluid maken!
Slide 12 - Slide
Opg. 14 (K), p 115
Een motorrijder rijdt met een snelheid van 70 km/h op de invoegstrook van een snelweg.
Hij geeft gas tot hij de maximaal toegestane snelheid van 130 km/h heeft. In tabel 2 zie je de windruis onder de motorhelm bij verschillende snelheden.
a) Bereken hoeveel keer zo luid het geluid onder de helm van de motorrijder wordt.
Windruis 70 km/h => 89 dB
Windruis 130 km/h => 101 dB
Verschil windruis = 101 - 89 = 12 dB
Geluidsterkte verdubbeling => +3 dB
=> 12 : 3 = 4x verdubbeling
=> 2 x 2 x 2 x 2 = 16x luider
b)Bij weinig windruis is de AMPLITUDE / TRILLINGSTIJD van de windruis GROTER / KLEINER dan bij veel windruis
Amplitude - Kleiner
Slide 13 - Slide
Welke drie dingen heb je nodig om geluid te horen? (In de juiste volgorde)
A
Bron, tussenstof en ontvanger
B
Bron, ontvanger en tussenstof
C
Ontvanger, tussenstof en bron
D
Speaker, tussenstof en ontvanger
Slide 14 - Quiz
Als de druk stijgt, bewegen je trommelvliezen naar binnen. Als de druk daalt, bewegen ze weer naar buiten.
A
Waar
B
Niet waar
C
Dat kun je niet weten
Slide 15 - Quiz
Frequentie bereken je door?
A
f = T / 1
B
f = T x 1
C
f = 1 / T
D
f= 1 x T
Slide 16 - Quiz
de frequentie is 250 Hz. wat is de trillingstijd?
A
0,004 s
B
250 s
C
0,25 s
D
0,025 s
Slide 17 - Quiz
Wat is de frequentie?
A
5Hz
B
50Hz
C
500Hz
D
100Hz
Slide 18 - Quiz
Met welk apparaat kan je onderzoeken hoe hoog en hoe hard geluid is?
A
Stethoscoop
B
Stroboscoop
C
Oscilloscoop
D
Loboscoop
Slide 19 - Quiz
Waarvoor staat de s in s = v x t?
A
Snelheid
B
Afstand
C
Tijd
D
Versnelling
Slide 20 - Quiz
Joop staat voor een rotswand. Hij geeft een gil. Na 3 seconde hoort hij zijn echo. Hoe ver staat de rotswand van hem af?
A
s = v x t
s = 343 x 3 = 1029 m
B
s = v / t
s = 343 / 3 = 114,3 m
C
s = v x t
s = 343 x 1,5 = 514,5 m
D
s = t / v
s = 3 / 343 = 0,0087 m
Slide 21 - Quiz
1 grasmaaier heeft een geluidssterkte van 80 decibel
Wat is dan de geluidssterkte van 4 grasmaaiers?
A
83 decibel
B
84 decibel
C
86 decibel
D
320 decibel
Slide 22 - Quiz
2 honden blaffen met een geluidssterkte van 80 dB. Wat is de geluidssterkte bij 4 honden?
A
83 dB
B
86 dB
C
160 dB
D
320 dB
Slide 23 - Quiz
Einde Quiz
Vragen?
Volgende les:
Demo's geluid
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
4Km.Nsk1
Jas in de kluis
Mobiel in de bak
Spullen op tafel
Tas op de grond
2x spullen/huiswerk niet op orde => uur nakomen
Uit de les gestuurd => 9de uur nablijven
Na elke vakantie een schone lei
Slide 26 - Slide
VANDAAG
Herhaling 13.1 t/m 13.3
Quiz - 10 meerkeuze vragen
Dit uur: Demo's Geluid
* Dansend geluid
* Afstand sportveld berekenen!
* indien tijd over => filmpje geluid examenstof
Slide 27 - Slide
Demo: dansend geluid
Strak gespannen plasticfolie over een schaal,
met daarop ongekookte rijst.
De schaal staat voor de muziek box, en de radio wordt steeds
harder gezet. (beantwoord vraag 1 en vraag 2).
En daarna wordt muziek opgezet met verschillende muzieksoorten. (beantwoord vraag 3).
Slide 28 - Slide
vraag 1: Wat zie je gebeuren met de rijst, als de muziek aan staat?
Als je de muziek harder zet, dan springt de rijst op.
vraag 2: Hoe denk je dat dit komt?
Doordat de trillingen zich door het vel van plasticfolie voortplanten, gaat het vel trillen en springt de rijst op.
vraag 3: Welke muzieksoorten doen het heel goed? En welke minder?
Meestal zijn dat lage tonen. Muzieksoorten met veel lage of bass tonen (zoals house muziek) brengen de rijst beter aan het springen dan muzieksoorten zonder veel bass tonen (zoals liefdesliedjes).
De hoge tonen trillen sneller per seconde, maar ze duwen niet zo hard tegen het vel. De lage tonen trillen langzamer per seconde => hardere duw op op folie
Slide 29 - Slide
Trillingen
Wat is de trillingstijd (T)?
De tijd die nodig is voor 1 trilling
Wat is frequentie (f)?
Hoeveel trillingen in 1 seconde
Wat is Amplitude?
Zegt hoe HARD of ZACHT een geluid is
Slide 30 - Slide
Hierover nog vragen?
Slide 31 - Slide
Afstand bepalen sportveld
2 leerlingen gaan naar buiten met stopwatch (mobiel)
1 Leerling maakt klapbeweging met klapper (Uit - In - Uit)
dit doen we 5x
1 Leerling buiten zetten stopwatch aan bij klap en uit bij horen geluid