2.2 lezen klas 2

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Informatieve tekst

Slide 2 - Mind map

Wat is een informatieve tekst?
A
Een tekst met feiten
B
Een tekst met meningen

Slide 3 - Quiz

Wat is een informatieve tekst?
A
kookboek
B
anti-rook campagne
C
advertentie
D
recensie

Slide 4 - Quiz

Informatieve tekst
Wat zijn informatieve teksten?
  • Informatieve teksten worden geschreven met het doel om de lezer te informeren over een onderwerp. 

  • Vaak kun je aan de bron al zien dat je met een informatieve tekst te maken hebt.
 

Slide 5 - Slide

Informatieve tekst: interviewverslag
Letterlijk interviewverslag
Wat is uw naam? Mevrouw De Jong. Hoelang werkt u bij deze school? Vanaf augustus dit jaar.

Samenvattend interviewverslag
Mevrouw De Jong werkt vanaf dit schooljaar op deze school.

Slide 6 - Slide

Welk soort interviewverslag was dat?
A
Letterlijk interviewverslag
B
Samenvattend interviewverslag

Slide 7 - Quiz

Opdracht 5
Blz. 61
Zelfstandig
12 min

Slide 8 - Slide

Tekstopbouw
Een tekst heeft altijd een bepaalde opbouw, dit noem je tekstopbouwekstopbouw.
De tekstopbouw kan op twee manieren voorkomen:
driedeling: inleiding - kern - slot
tweedeling: inleiding - kern

Slide 9 - Slide

De tekstopbouw in een nieuwsbericht bestaat uit:
A
Inleiding - kern - slot
B
Inleiding - kern - samenvatting
C
Inleiding - kern
D
Inleiding - slot

Slide 10 - Quiz

Wat is de standaard tekstopbouw?
A
inleiding - slot - middenstuk/kern
B
slot - inleiding - middenstuk/kern
C
middenstuk/kern - inleiding - slot
D
inleiding - middenstuk/kern - slot

Slide 11 - Quiz

De tekstopbouw van de tekst hiernaast is...
A
een tweedeling
B
een informatieve tekst
C
een driedeling
D
informeren

Slide 12 - Quiz

Tekstopbouw:
Wat hoort er niet bij?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
D
Afbeeldingen

Slide 13 - Quiz

Functies van de inleiding
- Aandacht trekken!

- voorbeeld/vraag
- aanleiding
- onderwerp

Slide 14 - Slide

Functies slot
Geven van : 

  • conclusie;
  • samenvatting;
  • advies. 

Slide 15 - Slide

Functies inleiding
Welke hoort er NIET bij?
A
Aandacht trekken
B
Het onderwerp noemen
C
De mening van de schrijver geven
D
Feiten benoemen

Slide 16 - Quiz

Functies van het slot.
Wat is een functie of zijn functies van het slot?
A
een centrale vraag stellen
B
Een advies geven
C
Een samenvatting geven
D
enkele personen introduceren

Slide 17 - Quiz

Opdracht 11
Blz. 63

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide