Describe 5 frutas/verduras/bebidas. Beschrijf 5 stuks fruit/groente/drankjes.Usa 5 frases. Gebruik 5 zinnen per soort.
Entrega en Classroom. Lever in in Classroom.
La próxima clase hacemos un juego de adivinanzas.
De volgende les doen we een raadspelletje.