2HV - les 2 Wederkerende ww (15th April)

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2.  Voca
  3. Verbos reflexivos
  4. MO
  5. Deberes
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2.  Voca
  3. Verbos reflexivos
  4. MO
  5. Deberes

Slide 1 - Slide

Controlamos los deberes
Voca Unidad 7 blz 108-109 NL-SP
1-10

Slide 2 - Slide

De jaargetijden
la primavera
el verano
el otoño
el invierno

Slide 3 - Slide

Zomer
A
Primavera
B
Invierno
C
Verano
D
Otoño

Slide 4 - Quiz

Lente
A
Otoño
B
Invierno
C
Verano
D
Primavera

Slide 5 - Quiz

¿Cuál es el orden de las estaciones?
Wat is de volgorde van de jaargetijden?
A
Primavera, verano, otoño, invierno
B
Invierno, verano, otoño, primavera
C
Otoño, primavera, invierno, verano
D
Verano, primavera, invierno, otoño

Slide 6 - Quiz

enero
julio
abril
junio
octubre

Slide 7 - Drag question

Sleep de Spaanse woorden naar de Nederlandse betekenis.
s'ochtends
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
het weekend
zaterdag
zondag
por la mañana
el fin de semana
lunes
martes
miércoles
jueves
viernes
sábado
domingo

Slide 8 - Drag question

Voca
Los meses y animales
Blz 73, ej 3, 4, 5, 6, 7


Ej 5
Ej 7 (1)
Ej 7 (2)
Ej 7 (4)
Ej 7 (3)
Ej 4

Slide 9 - Slide

Wederkerende WW
Herken je aan:
SE wat achter het werkwoord staat!

Stap 1: Haal SE van het ww af
Stap 2: Vervoeg SE naar de persoon waarin je praat (me, te, se, nos, os, se)
Stap 3: Vervoeg het -ar -er -ir ww op de regelmatige manier



Slide 10 - Slide

Onregelmatige Wederkerende ww
Stap 1: Haal SE van het ww af
Stap 2: Vervoeg SE naar de persoon waarin je praat (me, te, se, nos, os, se)
Stap 3: Vervoeg het -ar -er -ir ww --> let op de onregelmatigheden!!!! (klinkerwisseling + 1e p)
Blz 74, ej 1

Slide 11 - Slide

Wederkerende ww
Schrijf op:
1. Hoe laat je doucht (ducharse)
2. Hoe laat je naar bed gaat (acostarse)
3. Waar je bent gaan zitten (sentarse)
4. Welke schoenen je hebt aangetrokken (ponerse)
5. Hoe laat je je aangekleed hebt (vestirse)

Slide 12 - Slide

Mondeling
- In tweetallen
- Ken zowel de vraag als het antwoord ;)
- Ongeveer 10 minuten
- Individueel cijfer
- Weging 2

Slide 13 - Slide

1. Groeten
2. Hoe heet je?
3. Aangenaam.
4. Hoe gaat het?
5. A. Waar woon je?
B. Is het een dorp/stad?
C. Waar ligt dat?
D. Is er een bioscoop in deze stad / dit dorp?
6. Wat is je telefoonnummer?
7. Wat is je e-mailadres?
8. Heb je broertjes of zusjes? Zo ja, ...
9. Heb je huisdieren? Zo ja, welke?

 

10. Hoe oud ben je?
11. Wanneer ben je jarig?
12. Hoe ziet jouw huis eruit? (min 3 pt noemen)
13. Hoe laat is het?
14. Wat vind je leuk/ lekker? (noem 1 gerecht + 1 hobby)
15. Wat vind je niet leuk/ lekker? (noem 1 gerecht + 1 hobby)
16. Wat is je favoriete vak?
17. Welk vak vind je helemaal niet leuk?
18. Tot ziens!

Slide 14 - Slide

Gimkit - wederkerende ww
Klik HIER

Slide 15 - Slide

Deberes
Voca Unidad 7 blz 108 NL-SP
1-20

Slide 16 - Slide