B1c mardi 13+15 février 2024

B1c mardi 13 février 2024
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

B1c mardi 13 février 2024

Slide 1 - Slide

B1c Bonjour!
* Ga rustig zitten op je eigen plaats
* Pak je spullen:
     agenda, pen, chromebook, boeken, schrift
* Zet je tas op de grond naast je tafel

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
In deze les 
  • Luistertoets
  • St. Valentin
  • .....

Slide 3 - Slide

Luistertoets

Lichtblauwe kopie met instructie -> lees mee!! Let goed op!

De leerlingen met recht op stofverkorting ->
                              Maak de luistertoets die begint met de letters TV

De leerlingen zonder stofverkorting maken de andere toets                                  (1hv- etc.)

Slide 4 - Slide

Na de luistertoets

Slide 5 - Slide

AMOUR

Slide 6 - Mind map

Écrivez une onzette

écrivez un poème d'amour
en forme d'une onzette
soyez originale, creatif/-ve

1
2 - 3
4 - 5 - 6
7 - 8 - 9 - 10
11
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Pour finir
une petite carte 'Valentin' pour toi
avec un petit bonbon en forme d'une coeur

Slide 8 - Slide

Pak nu rustig je tas in.
Wacht op je stoel tot de bel gaat.
Schuif dan je stoel aan en verlaat het lokaal.

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
In deze les 
  • Luistertoets
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • .....


    mais. d'abord ......

Slide 10 - Slide

dinsdag 27 febr. 2024
MEEnemen: BOEK B

Leren : Boek B, Unité 5 - p. 25

(af)Maken :




Slide 11 - Slide



Het 
Bijvoeglijk Naamwoord

Slide 12 - Slide

Unité 5 Grammaire II
ex. 16 a-b-c

Slide 13 - Slide

Leg uit: Een bijvoeglijk naamwoord is .....

Slide 14 - Mind map

Slide 15 - Video

De vorm 1
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort:

le garçon est grand      de jongen is groot         ( le grand   garçon)
la fille        est grande    het meisje is groot        ( la grande fille)


Slide 16 - Slide

De vorm 2
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord

le garçon est grand      de jongen is groot  (mannelijk enkelvoud)

la fille        est grande    het meisje is groot (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 17 - Slide

De vorm 3
Een VROUWELIJK bijvoeglijk naamwoord krijgt een e

le garçon est grand      de jongen is groot  (mannelijk enkelvoud)

la fille        est grande    het meisje is groot (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 18 - Slide

De vorm 4
Een VROUWELIJK bijvoeglijk naamwoord krijgt een e,
behalve als het bijv.nw. al op een -e eindigt.

le pull   est jaune  (mannelijk enkelvoud)

la page est jaune (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 19 - Slide

Kies het juiste bijv.naamw.
Une .... chambre
A
petit
B
petite

Slide 20 - Quiz

Kies het juiste bijv.naamw.
La ... maison
A
grand
B
grande

Slide 21 - Quiz

Kies het juiste bijv.naamw.
Le cousin est ....
A
joli
B
jolie

Slide 22 - Quiz

Kies het juiste bijv.naamw.
Une fleur ....
A
vert
B
verte

Slide 23 - Quiz

Dit moet je ook nog weten (over de vorm)
Als het bijvoeglijk naamwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord dat in het meervoud staat, dan krijgt het een -s

le pull bleu     -> les pulls bleus
la jupe bleue -> les jupes bleues




Slide 24 - Slide

Dit moet je ook nog weten (over de vorm)
MAAR, als het bijv.nw. op een S eindigt, komt er geen extra s 
le   garçon   français  = de Franse jongen
les garçons français = de Franse jongens


Slide 25 - Slide

Leer de uitzonderingen uit je hoofd
Sommige vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden vorm je een beetje anders:

blanc -> blanche
long   -> longue
Leer die gewoon uit je hoofd!

Slide 26 - Slide

Dit moet je weten over de plaats (1)
REGEL:
Het Franse bijvoeglijk naamwoord staat 
achter het zelfstandig naamwoord

la page jaune, les pages jaunes
le pull noir, les pulls noirs

Slide 27 - Slide

Dit moet je weten over de plaats (2)
REGEL: Het Franse bijvoeglijk naamwoord staat achter het zelfst. nw.

BEHALVE
  1. alle rangtelwoorden (eerste, tweede, etc.)
  2. beau (belle), petit(e), grand(e), joli(e), beau (belle), nouveau (nouvelle), long(ue), bon(ne), vieux (vielle)

une petite fille, un grand garçon, une belle maison, un nouveau pull, une longue promenade

Slide 28 - Slide

Donc 
Als je een Frans bijvoeglijk naamwoord gebruikt, moet je
letten op
  1. de vorm (mannelijk, vrouwelijk? enkel- of meervoud?)
  2. de plaats (achter znw, behalve ......)

[ dit staat ook in je boek Unité 5 p. 25, 37, 38]

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

In welke zin is het bijv.nw. juist?
(let op vorm + plaats)

A
une tortue petit
B
une tortue petite
C
une petit tortue
D
une petite tortue

Slide 31 - Quiz

Zet het bijv.nw. in de zin:
(noir) Une ........ voiture .......

Slide 32 - Open question

Zet het bijv.nw. in de zin:
(français) Deux ...... filles .......

Slide 33 - Open question

Zet het bijv.nw. in de zin:
(grand) La ...... maison ........

Slide 34 - Open question

Open Magister
1.
Ga naar
->Leermiddelen - Frans
-> Unité 5
-> 5.5 Grammaire II
-> ex. 16 a, b, c

Slide 35 - Slide

Ik snap het Franse bijvoeglijk naamwoord
Helemaal niet
Nog niet zo goed
Redelijk goed
Heel goed

Slide 36 - Poll

Et maintenant ....
Verbuga?
Quizlet?

Slide 37 - Slide

Pak nu rustig je tas in.
Wacht op je stoel tot de bel gaat.
Schuif dan je stoel aan en verlaat het lokaal.
We hebben gewerkt aan het bijvoeglijk naamwoord. Leer en oefen dat voor de volgende les.

Slide 38 - Slide