Heb je een 3? Heeft te maken met plagiaat, krijgt een herkansing --> Tekst in eigen woorden opschrijven. Krijgt één lesuur de tijd, eind van het uur inleveren.
Inhaalmoment: ...
Slide 4 - Slide
Planning komende periode
Slide 5 - Slide
Planning t/m meivakantie
Aan de slag met Spreken 2
Wat ga je allemaal doen?
Leren van begrippen die horen bij debatteren.
Werken in groepjes.
Leren een stelling te verdedigen.
SO = debat voeren in je 'team' tegen een ander team.
Slide 6 - Slide
Wat kunnen jullie aan het eind van Spreken 2?
Leerdoel: Je kunt een stelling verdedigen met behulp van feiten, je mening en argumenten.
Subdoelen zijn:
• Je leert je mening te verwoorden.
• Je leert werken naar het zoeken van feiten.
• Je leert feedback te geven op het spreekgedrag van zijn klasgenoten.
• Je leert om je te kunnen verplaatsen in een ander.
• Je leert in een groepje samen te werken aan het voorbereiden van een debat.
Slide 7 - Slide
Aan de slag!
Schrijf op:
Wat is een feit?
Wat is een mening?
Wat is een argument? (Denk aan voor- en tegenargumenten).
Wat is overtuigen?
Wat is objectief?
Wat is subjectief?
Wat is consensus?
Slide 8 - Slide
Op naar PLOT26!
Houd je Chromebooks nog even dicht!
Slide 9 - Slide
De rollen
De woordvoerder vertelt aan het eind wat het groepje vindt.
De organisator houdt de tijd in de gaten en verdeelt de werklast.
De controleur checkt of iedereen de tekst heeft gelezen en filmpjes heeft bekeken. Je controleert ook of de mening duidelijk is.
De coach moedigt aan en zorgt dat iedereen op een lijn komt te zitten.
Schrijf individueel op: welke drie regels vind jij het belangrijkst tijdens het debatteren?
In tweetallen: overleg met je buurman/-vrouw. Welke regels hebben jullie gemeen? Welke niet? Kom tot een consensus over de drie belangrijkste regels als jullie het niet met elkaar eens zijn. Gebruik "Ik vind..., omdat...." in je overtuiging.
In je groepje: welke drie regels vinden jullie als groep het belangrijkst? Overtuig het andere tweetal van je mening. Gebruik weer: "Ik vind..., omdat...." Zorg dat je consensus bereikt.
Slide 12 - Slide
Exit ticket invullen
https://forms.gle/4UqQt5c8MW2YacAx6
Slide 13 - Slide
Lezen in Knalhard
Slide 14 - Slide
Huiswerk wo. 5/4 - 4e uur
Zoek vier filmpjes:
Twee filmpjes van mensen die hun mening geven over overgewicht.
Twee filmpjes van mensen die hun mening geven over jongeren en alcoholgebruik.
Zorg ervoor dat je de links naar deze filmpjes de volgende les bij je hebt.
Lees in Knalhard t/m blz.
Slide 15 - Slide
Wo. 5/4 - 2M1 - 4e uur
Terugblik
Vooruitblik
Aan de slag!
Slide 16 - Slide
Terugblik
Wat hebben we vorige les gedaan?
Begrippen geleerd
Gewerkt in groepjes, waarbij je een vaste rol had
Geoefend met het herkennen van feiten en meningen
Regels gemaakt
Slide 17 - Slide
Vooruitblik
Herhalen begrippen.
Filmpjes zoeken over twee onderwerpen.
Oefenen met het geven van je mening.
Leerdoel: je leert je eigen mening te geven.
Slide 18 - Slide
Herhalen begrippen
Schrijf op:
Wat is een feit?
Wat is een mening?
Wat is een argument? (Denk aan voor- en tegenargumenten).
Wat is overtuigen?
Wat is objectief?
Wat is subjectief?
Wat is consensus?
Slide 19 - Slide
Aan de slag! - PLOT26 - les 2
We gaan twee filmpjes bekijken.
Bedenk meteen voor jezelf: heb je hier een mening over? Spreek deze nog niet uit!
Slide 20 - Slide
En nu...
Je hebt twee filmpjes gezien over overgewicht en alcohol onder jongeren.
Schrijf je eigen mening (individueel) op over de twee onderwerpen in de vorm "Ik vind..., omdat...". Kun je uit eigen ervaring putten met het vormen van argumenten?
Zoek nu (individueel) twee feiten en twee meningen per onderwerp op (bijv. filmpjes/artikelen) en schrijf deze op.
Je krijgt hiervoor 5 minuten.
Slide 21 - Slide
Je hebt...
Over elke onderwerp (overgewicht & alcohol onder jongeren):
Twee feiten.
De meningen uit je filmpjes.
Je eigen mening geformuleerd.
Formuleer nogmaals je eigen mening met twee argumenten. (2 min. de tijd)
Slide 22 - Slide
Objectief of subjectief?
Je gaat je mening met twee argumenten vertellen aan je buurvrouw/-man.
Je buurvrouw/-man gaat bepalen of de argumenten objectief of subjectief zijn.
Daarna gaat je buurvrouw/-man een tegenargument geven.
Na 3 minuten wissel je van rol.
Jullie hebben 6 minuten de tijd.
Slide 23 - Slide
En nu...
Ga je weer in je groepje van vorige les zitten.
Zorg dat je niet met je rug naar het bord komt te zitten!
Je bekijkt elkaars argumenten. Wat is het beste feit en wat zijn de drie beste argumenten?
Vorm consensus.
Slide 24 - Slide
De rollen
De woordvoerder vertelt aan het eind wat het groepje vindt.
De organisator houdt de tijd in de gaten en verdeelt de werklast.
De controleur checkt of iedereen de tekst heeft gelezen en filmpjes heeft bekeken. Je controleert ook of de mening duidelijk is.
De coach moedigt aan en zorgt dat iedereen op een lijn komt te zitten.
Slide 25 - Slide
Het woord is aan...
De woordvoerders!
Geef de mening van het groepje met het feitje en de drie argumenten.
De andere groepjes mogen feedback geven: wat is er goed aan het feit en de argumenten en wat zou er beter kunnen?
Slide 26 - Slide
Tot slot
Jullie kennen de volgende begrippen: feit, mening, argument (voor en tegen), consensus, overtuigen, subjectief en objectief
Jullie kunnen je eigen mening geven met behulp van feiten en argumenten.
Slide 27 - Slide
Do. 6/4 - 2M1 - 2e uur
Terugblik
Vooruitblik
Oefenen met stellingen
Slide 28 - Slide
Terublik
Jullie kennen de volgende begrippen: feit, mening, argument (voor en tegen), consensus, overtuigen, subjectief en objectief.
Jullie kunnen je eigen mening geven met behulp van feiten en argumenten.
Slide 29 - Slide
Vooruitblik
Je leert om met voor- en tegenargumenten te komen bij stellingen over verschillende onderwerpen.
Leerdoel: je leert om een stelling in te nemen voor én tegen.
Slide 30 - Slide
Aan de slag!
Je krijgt zo vier filmpjes te zien met aan het eind een stelling. Je bent stil tijdens én na het kijken van de filmpjes.
Aan het eind van elk filmpje krijg je twee minuten om in Classroom je mening over die stelling op te schrijven. Dit doe je alleen, dus zonder overleg met je buurman/-vrouw.
Na alle filmpjes hebben we een klassikaal gesprek over de stellingen.
Slide 31 - Slide
Aan de slag (individueel)
Maak de opdrachten in Classroom. Dit doe je alleen.
Zorg dat je aan het eind van het uur je opdrachten inlevert in Classroom.
Slide 32 - Slide
Terugblik
Je hebt de opdrachten in Classroom gemaakt.
Jullie kennen de volgende begrippen: feit, mening, argument (voor en tegen), consensus, overtuigen, subjectief en objectief, doel, doelgroep.
Je kunt stelling innemen.
Slide 33 - Slide
Lezen in Knalhard
Start blz. 114
Slide 34 - Slide
Wo. 12 apr. - 2M1 - 4e uur
Terugblik
Vooruitblik
Korte oefeningen mening & argument
Spreekdoel en doelgroep
Werken in groepjes - oefendebat voorbereiden
Leerdoel: Je leert een debat voor te bereiden in groepsvorm.
Slide 35 - Slide
Terugblik
Jullie kennen de volgende begrippen: feit, mening, argument (voor en tegen), consensus, overtuigen, subjectief en objectief.
Jullie kunnen je eigen mening geven met behulp van argumenten.
Jullie hebben geoefend met je mening geven over een stelling.
Slide 36 - Slide
Vooruitblik
Korte oefening: mening en argument herkennen.
Spreekdoel en doelgroep: wat is dat?
Voorbereiden oefendebat in groepjes.
Slide 37 - Slide
Korte oefening
Schrijf op: wat is in de volgende zinnen de mening en wat is het argument? (4 min.)
Ik vind jouw schoenen mooi, omdat ze rood zijn.
Meer dan 60% van de mensen krijgt stress als hun telefoon bijna leeg is, dus ik vind telefoonverslaving een serieus probleem.
Ik vind niet dat je zomaar alles tegen iedereen kan zeggen, omdat je mensen heel erg kunt kwetsen.
Slide 38 - Slide
Spreekdoel
Vijf spreekdoelen:
Amuseren
Overtuigen
Informeren
Instrueren
Activeren
Doelgroep
De groep mensen voor wie iets bedoeld is.
Denk aan: je familie, docenten, een groep kinderen.
Slide 39 - Slide
Oefendebat voorbereiden
Ik laat de rollen zien (met afkorting). Je krijgt je rol ook op een briefje.
Daarna zie je de groepjesindeling met de afkorting van je rol achter je naam.
Op het bord krijg je een stelling te zien en of je groepje voor of tegen is.
Je gaat in je groepje zitten (rug NIET naar het bord). Ik wijs aan waar je groepje gaat zitten.
Je hebt de rest van het uur om argumenten te verzamelen.
Morgen zijn twee groepjes aan de beurt, maandag de andere twee in een oefendebat.
Slide 40 - Slide
De rollen
De woordvoerder (wrd) praat namens de groep.
De organisator (org) houdt de tijd in de gaten en zorgt dat iedereen zich aan de taakverdeling houdt.
De controleur (ctr) checkt of iedereen snapt wat hij/zij moet doen.
De aanmoediger (anm) moedigt aan en zorgt dat iedereen op een lijn komt te zitten.
De scheidsrechter (sch) beslist als je het niet eens kunt worden in je groepje.
De coach (coa) helpt de groepsgenoten die iets nog niet helemaal begrijpen.
Je werkt allemaal aan het vinden van argumenten voor je stelling.
Slide 41 - Slide
Groepsindeling
Mika (wrd), Tasawer (coa), Vieiro (org), Dean (ctr), Bram (sch), Ilan (anm)
Bregje (wrd), Cherry Mae (coa), Vichemy (sch), Amber (anm), Marilena (org), Rick (ctr)
Zoe (ctr), Megan (sch), Elin (coa), Aga (anm), Amin (wrd), Mees ( rog)
Vrijheid van meningsuiting heeft alleen zin als iedereen alles mag.
Groep 1 = voor - groep 2 = tegen
Cyberpesten moet harder worden aangepakt.
Groep 3 = voor - groep 4 = tegen
Slide 43 - Slide
Voorbereiding oefendebat
Ga op zoek naar informatie/feiten (internet).
Vorm je eigen mening.
Ga op zoek naar meningen van anderen. Kan online, maar misschien ken je iemand die hier veel van weet/wat van vindt. Gebruik dat!
Maak met je groepje een overzicht van alle argumenten die jullie hebben verzameld.
Zorg dat ieder groepslid de argumenten heeft vóór je moet gaan debatteren.
Slide 44 - Slide
Deze les heb je:
... geleerd wat een spreekdoel is en wat een doelgroep is.
... gewerkt in groepsvorm om een debat voor te bereiden.
Volgende les: oefenen met debatteren!
Slide 45 - Slide
https://forms.gle/eq8jcghxY9uffxWR7
Slide 46 - Slide
Ma. 17 apr. - 2M1 - 6e & 7e uur
Planning
Oefendebat
Voorbereiden SO's
Slide 47 - Slide
Planning
Oefendebat 2
Informatie zoeken (individueel)
Argumenten verzamelen (in je groepje)
Vooruitblik SO's debatteren
Slide 48 - Slide
Oefendebat 2
Stelling: Cyberpesten moet harder worden aangepakt.
Slide 49 - Slide
Stellingen
1. Jongeren tussen de 12 en 18 zijn telefoonverslaafd.
Voor: team Bram Tegen: team Mees
2. Ouders zijn verantwoordelijk voor het drank- en drugsgebruik van hun kinderen.
Voor: team Amber
Tegen: team Jaimy
Slide 50 - Slide
Voorbereiding SO debatteren
Individueel zoeken:
Je gaat eerst individueel informatie zoeken bij jouw stelling.
Je schrijft je eigen mening op en zoekt minimaal drie argumenten (inclusief een feit) bij je mening.
Je noteert je mening + argumenten op papier.
Slide 51 - Slide
Hoe gaat het debat eruit zien?
Het debat:
Jullie gaan 15 minuten debatteren.
Je gaat staan als je wat wil zeggen.
Je krijgt van mij de beurt. Je wacht dus met wat zeggen, tot ik je naam heb genoemd.
Vind je het spannend om wat te zeggen? Zorg dat je aan het begin meteen wat zegt!
De feedbackronde:
De twee niet-debatterende teams letten elk op een team.
Die onthouden goede argumenten en letten op de non-verbale communicatie.
Na het debat geef je feedback aan het team (tips én tops).
Slide 52 - Slide
Hoe gaat het debat eruit zien?
Tips:
Zorg dat je je stelling verdedigt!! Ook al sta je er dus niet helemaal achter, dan doe je alsof.
Zorg dat je iedereen in het team alle argumenten heeft op een blaadje (je mag geen Chromebook erbij houden!).
Weet dat je ook je eigen teamgenoten mag aanvullen/ondersteunen. Je hoeft dus niet te wachten tot iemand van het andere team reageert.
Weet dat je ook vragen mag stellen aan het andere team. Bijvoorbeeld: "Hoe zou je dat dan doen?"
Als je reageert op een ander, zeg dan: “Ik wil reageren op …”, of “Hij/zij zegt …”, of “Ik vind …”
Heb je ervaring met het onderwerp? Gebruik dat! (Zie ook beoordelingsmodel).
Slide 53 - Slide
Regels
1. Luister naar elkaar. 2. Laat elkaar uitpraten. 3. Iedereen is gelijk. 4. Probeer ieders standpunt te begrijpen. 5. Pas op voor vriendjespolitiek. 6. Blijf bij het onderwerp.
Regels
7. Weet eerlijk over de feiten. 8. Wees kritisch. 9. Zeg: "Ik vind..., omdat...". 10. Geef voorbeelden. 11. Denk aan je lichaamstaal. 12. Denk aan je stemgebruik.
Slide 54 - Slide
Bekijken beoordelingsmodel
Slide 55 - Slide
Debat voorbereiden
Je gaat zo in je groepje zitten.
Je krijgt weer een vaste rol.
Je weet je stelling al.
Je gaat met je groepje op zoek naar argumenten (persoonlijke en feiten).
Zorg dat iedereen alle argumenten heeft.
Maak afspraken over wie er opent en wie wat kan zeggen.
Bedenk ook met wat voor argumenten de 'tegenpartij' kan komen. Probeer ook hiervoor argumenten te bedenken.
Slide 56 - Slide
De rollen
De woordvoerder (wrd) praat namens de groep.
De organisator (org) houdt de tijd in de gaten en zorgt dat iedereen zich aan de taakverdeling houdt.
De controleur (ctr) checkt of iedereen snapt wat hij/zij moet doen.
De aanmoediger (anm) moedigt aan en zorgt dat iedereen op een lijn komt te zitten.
De scheidsrechter (sch) beslist als je het niet eens kunt worden in je groepje.
De coach (coa) helpt de groepsgenoten die iets nog niet helemaal begrijpen.
Je werkt allemaal aan het vinden van argumenten voor je stelling.
Slide 57 - Slide
Groepsindeling
Mika (wrd), Tasawer (coa), Vieiro (org), Dean (ctr), Bram (sch), Ilan (anm)
Bregje (wrd), Cherry Mae (coa), Vichemy (sch), Amber (anm), Marilena (org), Rick (ctr)
Zoe (ctr), Megan (sch), Elin (coa), Aga (anm), Amin (wrd), Mees ( rog)