7.5 Klimaatverandering

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
7.5.1 Je kunt beschrijven wat het broeikaseffect is en oorzaken en gevolgen van het versterkte broeikaseffect en de klimaatverandering noemen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die nooit opraken.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 4 - Quiz

Welke energiebronnen is geen fossiele energiebronnen?
A
aardolie
B
hout
C
steenkool
D
aardgas

Slide 5 - Quiz

Fossiele brandstof
Duurzame energie

Slide 6 - Drag question

Wat is kernenergie?
A
Kernenergie is energie die wordt gemaakt door uranium te splitsen
B
Kernenergie bestaat nog niet
C
Kernenergie ontstaat door naar de naar de kern te graven van de aarde
D
Kernenergie is energie die wordt gemaakt met steenkool

Slide 7 - Quiz

Aantekening. Pak je schrift

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
We werken in thema 7 van klas 3 en dus online!

Ga naar 7.5. Lees de tekst.
Maak opdracht: 2.5.6.9

Slide 15 - Slide

Het 'gewone' broeikaseffect is hetzelfde als het versterkte broeikaseffect.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 17 - Quiz

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer

Slide 18 - Quiz

Door klimaatverandering...
A
zijn er minder hevige buien en is er minder smeltwater
B
zijn er minder hevige buien en is er meer smeltwater
C
zijn er vaker hevige buien en is er meer smeltwater
D
zijn er vaker hevige buien en is er minder smeltwater

Slide 19 - Quiz