This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Tekstverbanden
Slide 1 - Slide
Startklaar
Telefoon in telefoontas
Spullen op tafel
Slide 2 - Slide
Lesprogramma
- Terugblik
- Wat gaan we leren?
Les 14 – Hoe weet je wat een schrijver wil met een tekst?
- Samen starten
- Instructie
- Zelfstandig werken
- Nabespreken/huiswerk
Slide 3 - Slide
Terugblik
Slide 4 - Slide
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Slide 5 - Open question
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Slide 6 - Open question
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Slide 7 - Open question
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Slide 8 - Open question
Wat wil de schrijver bereiken met deze tekst?
Slide 9 - Open question
Leerdoel
Les 15 – Hoe herken je een verband in een tekst?
Je leert hoe je teksten beter begrijpt
door op verbanden te letten.
Slide 10 - Slide
Instructie
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Zelfstandig werken
Opdracht 1 t/m 13, blz. 34 + 35
Klaar? Ga verder met les 16 opdracht 1 t/m 11 blz. 36
Slide 20 - Slide
Nabespreking
Slide 21 - Slide
Begrippen uit deze les
opsomming voorbeeld
oorzaak en gevolg toelichting
conclusie tijd
tegenstelling doel en middel
Slide 22 - Slide
Woorden uit deze les
realiseren
het obstakel
de ambitie
opereren
financieel
het aluminium
Slide 23 - Slide
Verslaafd aan je smartphone? Zet je data en wifi op je telefoon uit. Hierdoor krijg je geen berichten meer binnen. Om wat voor tekstverband gaat het?
A
Oorzaak en gevolg
B
Opsomming
C
Tijd
D
Tegenstelling
Slide 24 - Quiz
Grote schoonmaak Opruimen is niet mijn sterkste kant. Rotzooi maken kan ik daarentegen wel goed. Om wat voor tekstverband gaat het?
A
Oorzaak en gevolg
B
Doel en middel
C
Tegenstelling
D
Opsomming
Slide 25 - Quiz
Horrorfilm Die film is heel eng. Hij heeft in Amerika zelfs een R-rating: dat wil zeggen dat iedereen jonger dan achttien jaar niet de bioscoopzaal binnen mag. Om wat voor tekstverband gaat het?
A
Conclusie
B
Voorbeeld
C
Oorzaak en gevolg
D
Toelichting
Slide 26 - Quiz
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 27 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen