This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Automatisatie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welke maat gebruik ik het beste om een auto te meten?
A
kilometer
B
meter
C
centimeter
Slide 3 - Quiz
Welke maat gebruik ik het beste om de afstand tussen 2 steden te meten?
A
kilometer
B
meter
C
centimeter
Slide 4 - Quiz
Welke maat gebruik ik het beste om de breedte van mijn boek te meten? te meten?
A
kilometer
B
meter
C
centimeter
Slide 5 - Quiz
Welke maat gebruik ik het beste om de lengte van een pennenzak te meten?
A
kilometer
B
meter
C
centimeter
Slide 6 - Quiz
Welke maat gebruik ik het beste om de breedte van de deur te meten?
A
kilometer
B
meter
C
centimeter
Slide 7 - Quiz
Welke maat gebruik ik het beste om de afstand van de school naar mijn huis te meten?
A
kilometer
B
meter
C
centimeter
Slide 8 - Quiz
Noteer het totale aantal in euro. (Noteer geen euroteken.)
Je moet geen euroteken gebruiken.
Slide 9 - Open question
Noteer het product van 6 en 8.
Slide 10 - Open question
Noteer het quotiënt van 45 en 9.
Slide 11 - Open question
Noteer 20 meer dan het dubbel van 50.
Slide 12 - Open question
Noteer 60 minder dan de helft van 400.
Slide 13 - Open question
In België leven er 860 vogels in de dierentuinen. Er zitten daarvan 280 vogels in de zoo van Antwerpen.
Hoeveel vogels zitten er nog in de andere dierentuinen?
Slide 14 - Open question
Salima helpt bij de bloemist. Ze steekt bloembollen in bloempotten. In elke bloempot zitten 4 bloembollen. Ze vulde al 9 bloempotten. Hoeveel bloembollen heeft ze al gebruikt?