Les 7: Répéter & pratiquer (grammaire D) + regarder (bron E)

Bonjour
hv-2!
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- iPads dicht op tafel!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour
hv-2!
- Prenez votre livre
(Pak jullie boek)

- Mettez vos sacs par terre
(Zet jullie tassen op de grond)

- iPads dicht op tafel!

Slide 1 - Slide

Planning du jour
- Overhoren: voca A & B, phrases clés C!

- Répéter & pratiquer: grammaire D

- Lire: voca E

- Regarder: exercice 20 a/b

- Travailler au 'B-papier'

- Les devoirs

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • heb ik vragen kunnen stellen over de passé composé
  • kan ik, met behulp van opdrachten, de passé composé toepassen in een Franse zin.
  • heb ik exercice 20 bekeken en gemaakt.
  • heb ik een aantal opdrachten van mijn 'B-papier' gemaakt.

Slide 3 - Slide

Répéter:
grammaire D
Een aantal vragen:

- Over welke 2 tijden ging dit grammatica-onderdeel?

- Wie kan wat vertellen over het stappenplan?

- Er waren ook uitzonderingen. Hoe zat dit ook alweer?

Slide 4 - Slide

Répéter:
grammaire D
Vorig jaar hebben we geoefend met 2 verschillende tijden.

De présent (tegenwoordige tijd)
De passé composé (de voltooid verleden tijd)

Deze les gaan we de passé composé herhalen en een klein beetje uitbreiden.

Neem de volgende slides goed over in je schrift.

Slide 5 - Slide

De passé composé:
hoe zat het ook alweer?
De passé composé is in het Nederlands de voltooide tijd.

Bijvoorbeeld:
- ik heb gemaakt
- hij heeft geleerd.

Het maken van een passé composé bestaat altijd uit 2 stappen.
Stap 1: het hulpwerkwoord
Stap 2: het voltooid deelwoord.

We lopen ze even samen door..

Slide 6 - Slide

Stap 1:
het hulpwerkwoord avoir
Dit rijtje ken je nog van vorig jaar en van een aantal lessen geleden. 
Als je hem toen niet goed hebt overgenomen, doe dit dan nu alsnog :).

j'ai               --> ik heb
tu as            --> jij hebt
il/elle/on a    --> hij/zij/men heeft

nous avons    --> wij hebben
vous avez      --> u hebt/jullie hebben
ils/elles ont   --> zij hebben (meervoud)

Slide 7 - Slide

Stap 2:
het voltooid deelwoord
Haal -er van het werkwoord af en plak er een é achter.
Bijvoorbeeld:
donner --> donner --> donné

j'ai donné                         ik heb gegeven
tu as donné                      jij hebt gegeven
il/elle/on a donné              hij/zij/men heeft gegeven
nous avons donné              wij hebben gegeven
vous avez donné                u heeft gegeven/jullie hebben gegeven
ils/elles ont donné             zij hebben gegeven (meervoud)

Slide 8 - Slide

De passé composé:
de uitzonderingen...
De volgende 3 werkwoorden eindigen niet op -er. Ze zijn dus onregelmatig.

Daarom moet je hier het volgende mee doen:
Stap 1 blijft hetzelfde: het hulpwerkwoord blijft avoir.
Stap 2: het voltooid deelwoord wordt:

être  --> été
       bijvoorbeeld: il a été
avoir --> eu
        bijvoorbeeld: elle a eu
faire --> fait       bijvoorbeeld: on a fait

Slide 9 - Slide

Zijn er nog vragen?
Zijn alle vragen beantwoord?

Of heeft er iemand nog een vraag over het de passé composé en de uitzonderingen?

Nu is het moment om de vragen te stellen, anders gaan we oefenen :).

Slide 10 - Slide

Pratiquer:
grammaire D
Vul de code in op LessonUp, als je dit nog niet hebt gedaan.

Er komen zometeen een aantal vragen via deze LessonUp.
Je zult op het komende so en proefwerk ook dit soort vragen kunnen verwachten.

We bespreken de vragen waarbij de meeste fouten worden
gemaakt.

Slide 11 - Slide


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé (être)

On _____ ___________ en vacances en Italie pendant les vacances.

Slide 12 - Open question


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé (faire)

Il ____ ____________ beau et chaud.

Slide 13 - Open question


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé (manger)
Nous ______ __________ des pâtes tous les jours.

Slide 14 - Open question


Vervoeg het werkwoord tussen haakjes in de passé composé (adorer)

Vous ________________ ça aussi?

Slide 15 - Open question

Lire (lezen): voca E
We lezen samen de woordenlijst van voca E (p. 53 WB).

Deze woordenlijst leer je voor de les na het SO.

Slide 16 - Slide

Regarder: exercice 20
(a/b)
We gaan 2x kijken naar het fragment.

Exercice 20a:
Kijk naar het fragment en lees de zinnen. Vul de zinnen in het Nederlands aan.
Exercice 20b:
Bij wie hoort de omschrijving? Kruis de juiste naam aan.

Slide 17 - Slide

Travailler au 'B-papier'
De regels
- Je werkt de eerste 10 minuten in stilte!
- Muziek luisteren mag met oordopjes!

- Nakijkvellen liggen op het bureau en worden niet gedeeld.
- Aftekenen kan bij het bureau.

- Vragen? Steek je hand op!

We ruimen onze spullen pas op, op het moment dat de docent dit zegt.
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Les devoirs
La prochaine leçon:
- SO chapitre 1, partie 1

Apprendre:
- voca A & B
- phrases clés C
- grammaire D

Slide 19 - Slide

Afsluiting
Ik wil graag even checken of de doelen van vandaag zijn behaald.
Pak je iPad en vul de code in (als je dat nog niet hebt gedaan), om de volgende vragen kort te beantwoorden.

Slide 20 - Slide


Lesdoel 1: ik heb vragen kunnen stellen over de
passé composé
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 21 - Quiz


Lesdoel 2: ik kan, met behulp van opdrachten, de passé composé toepassen in een Franse zin.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 22 - Quiz


Lesdoel 3: heb ik exercice 20 bekeken en gemaakt.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 23 - Quiz


Lesdoel 4: ik heb een aantal opdrachten van mijn
'B-papier' gemaakt.
A
onvoldoende
B
voldoende
C
goed
D
uitmuntend

Slide 24 - Quiz

Tot de volgende les!

Slide 25 - Slide